Gent(s) in de poëzie
EN NOG NEN---- HAMLET IN 'T GENTS
‘t Îen es ‘t îen en ‘t ander es ‘t ander
Deur Sylvain Piqué
Den “Hamlet” akt 3/ scène 1
‘t Îen es ‘t îen en ‘t ander es ‘t ander: doar ligt de knuup
Es’t schuunder van binnen op te kroppe
De stampen en stuute van den tegeslag
Of eu schrap te zette tege ne zîe van kluuterije
En in oppoziese te zegge: Stop? Duud: dodo;
En doarmee al; en zegge da oas ge sloapt wig mee
Den herteklop en de duust miezeeres
Die ons lijf g’ îrfd hee, dat es een konkluuze
Veur nie t’ onderschatte. Duud, dodo;
Dodo: voilà sie messchien druume: ja, doar wringt de schoen
Want wa dadde druumt in dienen duuën dodo
Oaze m’ ons vergankelijk kostuumke
Hèn afgedoan, dà doe ons een menuutse wachte:
Dat es de kweste
Die ons ons leve lank steekt in ‘t schijt
Want, afijn, wie zoet er verdroage de rempels en de krempels
Van alle joaren een beetsen èwer,
De schandoale van ‘t gouvernement,
‘t Sadisme van d’ administroase,
De kiechette van ‘t Sepietersstoase
De pretense van de gruute piete, den oasem van de Dulle Griete
‘t Weerklankluuze liefdesgenijp,
Ne natten imperméabels gezijp
Den troag slijm-sleep-kruipende wet
Nen blekke supo in de konte gezet
Om tons nog te zwijge van al de stekke
Die de stille gruutheid in heu pijpe mag steke
Oas ge zelve keunt zurge veur euwen iewege confor
Mee een simpel bruumès? Allee, wie zoe lupen in ‘t gariel,
Wie zoe sukkele mee bretelle?
Wie zoe prutse mee jarretelle?
Wie zoe zwiete en wie zoe vloeke mee da leven op zijn vel?
Allee, toe... Dan dat hij mee de poepers zit
Veur ‘t geval dat hij zijn zoe... duud!
De duud... Da land mee onbekende stroate
Woar dan de doewaniers eu nie mier uit en loate,
Zet een bientsje aan ons best’ intenties
En loat ons nog liever wroeten in onze stront, moar dieme kenne
Dan te zweve noar vessche, moar woar damme nog moeten an wenne.
Azuu moakt reezeneere, schijters van ons allemoal;
En glans en klank van kloek besluit
Vliegt ziek en vurt de piesten uit,
En enterprisen mee schwung en kruim,
Van diene point de vue, vergoan in schuim
Gedichte keune op een heldere en indringende maniere de complexiteit en
d'uniciteit van ne stad tuge. Al eeuwen hee Gent talloze dichters
g' ïnspireerd. 121 Gentse gedichten wierden thupegebrocht in een nieuwe
bloemlezinge, een prachtig poëtisch parcours da luupt van 1804 tot in 2010.
De initiator en samensteller es van vele nachten thuis.
OM GENT GEDICHT
soamestellinge
GUIDO LAUWAERT
mee foto’s van Michiel Hendryckx
Ge goat het nie geluve, moar in ‘t noajoar 2010 komt er bij uitgeverije Lannoo nen dichtbundel uit, thupegestoken en gebloemleesd deur Guido Laewaert: “Om Gent gedicht” hiet hij. Hij koos daarv
eure honderd gedichten over Gent diet hij in omgekeerde chronologieë gezet hee, t.t.z. de gedichte van de jongsten poëet iest en zuu afdoalend noar de dichters van ‘t begin van de negentiensten ieuw.
Zuu leze me bvb. iest gedichte van Tom Lannoye, Herman Brusselmans, Geertrui Daem, Pjeeroo Roobjee, Eddy Levis (de prezedent) & Willy Deventer*, Hugo Claus, drs. P, Anton Van Wilderode, Johan Daisne, Achiel Mussche, Gaston Burssens, Richard Minne, Willem Elsschot moar uuk van Karel van de Woestijne, Rainer Maria Rilke, Maurice Maeterlinck, Albrecht Rodenbach, Emile Verhaeren, Karel Waeri en Karel Lodewijk Ledeganck.
En iere-gouverneur Herman Balthazar eindigt zijn veurwoord:
‘En dus heeft Guido Lauwaert zijn keuze gemaakt, met de voeten op de grond en Richard Minne indachtig in zijn gedicht ‘Gent’:
...”Uw dichters zijn ook van de slechtste niet
Al loopen er veel wiskesvliegers onder.”
Voilà, zie, hier est er een korte bloemlezijnge uit den bundel...
LUC DE VOS
Sint-Baafsabdij
purperblauw en grijs kunnen de stenen
hier in alle rust verkruimelen
van smaragd en groen groeien de varens
op de muren die mogen vergaan
in nog veel verdere eeuwen
wanneer wij er niet meer zijn
GEERTRUI DAEM
Mijn schoonste tuin
Ik ken geen mooier, rustiger, zonniger plek in Gent dan de historische binnentuin van de Sint Baafsabdij. Toen ik in 1973 naar Gent ben komen wonen, middenin het stadscentrum, was deze site mijn allereerste ‘ontdekking’.
In die tijd kon je er dagelijks zomaar, zonder te betalen, vrij in en uit lopen.
Achter het toegangspoortje, om de hoek, stond een gammel in elkaar getimmerd, bruin geverfd, ruim hok waar een man in grijze stofjas als suppoost aanwezig was. Ik groette hem beleefd, hij groette mij terug, en dat was het.
Ik kan me niet meer herinneren of je destijds ook al je identiteitskaart toonde om gratis of met reductie de Gentse musea binnen te mogen, maar ik weet nog heel goed dat ik al bij mijn tweede bezoek aan de abdij door de suppoost werd herkend.
Op mooie vrije dagen, vulde ik thuis een mandje met mondvoorraad, een drankje, een goed boek én zonnecrème, en ik wandelde naar de zon overgoten ruïne, om er lange namiddagen van de sfeervolle rust te genieten.
Ik was er altijd alleen, of bijna altijd. En ik begon de St. Baafsabdij, een beetje als ‘mijnen hof’ te beschouwen. Geen onderhoud aan, geen onkosten, en toch bezat niemand een mooier tuin dan ik.
Onbegrijpelijk, dat de horden toeristen een zo paradijselijk oord links lieten liggen. Tegelijk vond ik dat maar goed ook, zo werd de serene, eeuwenoude stilte er niet verstoord.
Het is wat overdreven als ik beweer dat ik er elke geïmporteerde of authentieke abdijsteen ken of kende, maar ik ben hier zo dikwijls komen genieten, wandelen en lezen, dat ik nog veel van de ‘stenen voorwerpen’ herken. Bij sommige stenen getuigen hoort voor mij een persoonlijk verhaal.
Twee gehavende, naakte voeten, bijvoorbeeld. Ze lagen vroeger buiten de ommuring en ik heb er twintig jaar geleden een foto van gemaakt en die op een affiche gebruikt. Het brokstuk werd onlangs binnen de abdijmuren geplaatst, als puzzelstuk bij een basreliëf. Toen pas heb ik de verweesde voeten geïdentificeerd. Ooit hoorden ze thuis op het fronton dat boven de hoofdingang van het lang geleden gesloopte, Zuidstation prijkte.
Nog een voorbeeld: een oude grafsteen die op relatief korte tijd vreselijk is geërodeerd en versleten. Op een van de zeventiger jaren foto’s zie ik het stenen tafereel veel scherper en expressiever afgebeeld. Ik kan de impact van enkele decennia met het blote oog zien.
Tijd, verleden tijd, daarover gaat het hier in mijn hof van weleer, en ook over leef-tijd, over de versmelting van grote, geschiedkundige histories met mijn eigen kleine verhaal.
ROEL RICHELIEU VAN LONDERSELE
Gent
Gent, zondag onder de steden,
rijk venster op de juwelen van de tijd
haven voor wie smakt naar kunst
kleine, niet te bedaren bruid met onder
je bed nog al je minnaars van vroeger
morsig feestvarken gevoed door Schelde en Leie
hof van prinsen en jichtige keizers
mooie stem, zacht om in te wonen,
waterzooi van gekleurde vaders en moeders
als je praat bewegen de lippen van de geschiedenis
en worden wij stil, want onder de stoet van torens
laat je toe dat we zien wie we zijn
STEFAN HERTMANS
Gelukstraat, Gent
Het was in een oud schooltje,
en de ramen waren hoog, dat zich
de schaduw van een man tot in de
lichtkring van oud stof vooroverboog.
Linden, kinderen in een onverstaanbaar
nieuwe taal, herkenning van een uitzicht
bij het raam, en binnen trekt het pleisterwerk
zijn eigen krijtkring in een oud lokaal.
De schim van lang verloren leven
kan iemand in de armen nemen,
maar niet het waaiend lichtland
in zijn hoofd.
O paradijselijk vergeten op gewone
dagen, zij geloofd. En bij het poortje,
in de wind, staat nog een ander kind –
dat, wat ooit zijn moeder was beloofd.
(Dit gedicht staat op de muur naast het
rectoraat in de St.-Pietersnieuwstraat geschilderd.)
LUC VAN DEN BOSSCHE
Om Gent om
mijn stad traagzaam spellen
behoedzaam om niet te ontwijden
net een blik openen vol
met een waanzinnig web
aan draden, virtueel weefsel
dan één of meer looplijnen
kiezen en verwarren, dwalen
is merken dat elke steen er
tweemaal is met een lange las
evenwijdig lopend aan mijn jaren
de huizen en lanen interactief
met de gordijenenwaas genaaid
uit verjaarde beelden net mijn
lief van toen en nu en toch maar
dezelfde, mystiek van tweevuldigheid
wijl de rivieren onvermoeibaar oefenen
het flirten met schoon versleten oevers
een stille mis met vissen als zeldzame
voetnoot op een aanwezigheidslijst
zonder datum ver voor en laat na mij
warrig zijn mijn stappen en dagenlang
tot drie torens op een rij bevestigen
hier hangt mijn onrust te drogen,
mijn Jeugd uit te faden en mijn dood
onzeker aan te schuiven
nillens zal ik gaan, met een groet
een hakkelende zwaai aan
Campo Sancto
PJEROO ROOBJEE
Meelstraat
Uw bakhuis toont nu schoonder tanden,
Ivoren wachters zonder rouwranden
In de bijterbanden uwer kiemvrije plankieren.
Liever zag ik uw eerder wezen kamant tieren
In de tijd, vertroeteld door wat stank en laai
Uit de schouwen van een filaturekraai, een paapse vlaai.
O, distelberm, o, netelveld, waar wij bloot tussen de mussen
Onze maan kusten en rauw malkanders vlees en marbels lustten.
O, kapersnest, dat mijn schrammen zag en telde, O blij getij,
Vaster dan ooit ronkt gij in mij, van uw soort vreten eet ik eeuwig,
Gij zijt mijn gerief, mijn noodadres, mijn onafweerbaar huisgerei.
BERT POPELIER
Patershol
Waar de honden vrijelijk uit mogen
en hun hardnekkig geblaf op dit voorrecht duidt,
’s morgens tegen de bochelmuren
Klonk vroeger de vloek zijn kinderen uit bed.
En thans op de stoep de steeg verzitten,
het minimumpensioen uitbroeden
in gezelschap van de afdalende katers
van schaduw tot schouw en blote roddel.
Vezelrijp de versletenen en cellulitis
van het opgedaan genot en ontbeerde bakkers,
die krediet schenken aan hun ogen
waarin de pupillen hellen naar een verzwaard gedeelte,
niet precies van alkohol, evenzeer van kou.
En de hartstocht van een analfabete zoon opgeladen
om zijn vuist doorheen het vensterglas te ballen,
zodat het bloed de onmacht plekt.
Om overgeërfde redenen,
weerspannig bij de gedeelde hutsepot.
Gisterenavond sloop hier iemand in filisterkleren rond
en vroeg naar nummer zeven, dat niet bestaat
en dan nog, beraamt hij wellicht
een lantaarn in te planten voor toeristen.
Zeg, Sofie, werp de honden de mergpijpen toe
Opdat ze driftig staan.
WILLY DEVENTER
hertaald in het Gents door EDDY LEVIS
GentZetDeDuivelTeKijk!
Den duvel, zonder dispuut,
Zit in iederien van ons
t Es nie dienen bokkepuut:
Marjet es t of Pier of Fons
Heksen in Loarnes kastiel
Mee uuk duvels hier en doar
Moar Lucefir geef Gent n ziel
Dat es zekers hellekloar
Huge bove Gent in t gèwd
Hee Belforts droak t al gezien
Zijde jonk ofwel guul èwd,
Duvelsstamp krijgde messchien
Gieroard spuukt in t Duvelsstien
Stropke loat u nie pakke!
Kom, Genteneers, op de bien
Veur Duvel mee huufflakke
Zij veur Satan nie benijt
Gent die stekt hem bij de steert
Huurde liever schuun lawijt?
Duvelsdans, uuk t ziene weerd
Gent hoalt in zijn èw mure
Nog veel mier duvels en kijk:
Gent’neers zuwel of gebure
Zijn den duvel echt te rijk!
ACHILLES GAUTIER
Gent, mijn vaderstad
Als een vrouw die jaren zorgeloos
pantoffels plat trapt, scheve rokken draagt,
nooit gewassen haar slordig huis besmeurt,
dan wakker wordt en naar de kapper rent,
maskara gaat smeren, een protese koopt,
weer kirt om haar lief op te jutten,
zo stond sedert gisteren mijn vaderstad
op uit de stank van zijn kattepis, kanalen,
sloopt ijverig leeggebrande bouwval-ogen,
gevuld met rattestront en platgeleefd kapok,
graaft gaten in zichzelf, schaaft zijn wangen
en poedert zijn schaamdelen…
Maar na zo lang betrouw ik het niet meer:
ik blijf liever elders wonen.
ROLAND JOORIS
Gents
Het hekelt wat het
zegt, het heeft een ruige
huid, het drukt zich eigenzinnig
in het gemonkel van zijn weerzin
uit, het kruidt zijn koloriet
met soms wat ijdel Frans, het
koestert zich in een malse
tongval die het alles tot het
niets herleidt en trots over
de hoogte van het afgeknotte
zingt
het wringt zijn idioom
uit tegenspraak uit kwinkslag
uit verzet
rood
aangeschoten klinkt
het dwars in mondigheid
ontbloot
het komt van
averechts
HUGO CLAUS
Een beeld in Gent
Te Gent zag ik drie jonge poëten
en zij, zij zagen mij niet.
Zij liepen langs mij, godvergeten,
vervuld van weed en speed
en snelden naar een boekenbeurs
waar men surft en chat en downloadt.
Boekenbeurzen met hun duizend primeurs
maken mij duizelig en monddood.
Maar wat maakt mij nog minder monter?
Wat heeft het Gents bestuur verkorven?
Luister, er was eens een beeld
en dat beeld stond er goed,
een kloeke Boudewijn van Koninklijk bloed.
En nu wil Gent het beeld van deze vrome
maagdelijke vorst verzetten.
Waarom? Omdat onder zijn oog janetten
bij valavond komen dansen en trompetten!
Maar heeft Boud nu net
niet deze plek van vertier gewaardeerd?
Ging daar niet onverveerd
zijn brons bronstig van de pret?
Sire,
schutspatroon en schone mens,
ik wens
u nog duizend duiven op uw kroon.
PROSPER DE SMET
Klacht
Ik had het licht willen zien bij een volk
dat de vreugde uitbundig beoefent,
dat een lach als een daverende hemel heeft
en zelfs droefheid in zangen en dansen beleeft.
Iets tussen de Spanjaard en de Zigeuners,
bij kermiskwanten en doedelzakdreuners,
of, waar men met bloemen omkranst
de hula-hula danst,
bij de altijd vriendelijke Polynesiërs.
Maar ik kwam ter wereld als Gentenaar,
in een land waar de hemel, laag en zwaar,
grijze stenen kweekt en een stug volk.
Ik vond hier niemand mij verwant.
Ik was zolang een dissonant.
Nu wordt mijn lach voorbarig grijs.
Misschien mag ik mijn schade inhalen
in het Paradijs.
JOHAN DAISNE
Gent aan de Leie
Antwerpen heeft zijn Scheld,
de Gentenaren ook hun Leie,
de zoete naast het wingeweld.
Te Gent komen ze samen vrijen.
't Is hier dat winnen minnen vindt.
Gent is en blijft hun enig kind!
ACHIEL MUSSCHE
De draak
Op de toren
van ’t Belfort
in Gent, mijn vaderstad,
rijst trots de draak
met zijn gulden vleugelen
breed naar de hemel uitgespreid.
Gij mijn stormvogel,
gij mijn vuurvogel
hoog op de toren,
hoe vaak heb ik ’s avonds
in ’t goud van de zon
met heel mijn ziel naar u opgekeken
en verlangd naar de hoogten,
verlangd naar de verten,
naar ik wist zelf niet wat,
iets dat meeslepend mij te boven ging:
een stoute kans
om grootscheeps voor te leven,
een stoute kans
om dankend voor te sterven.
RICHARD MINNE
Gent
Gent, kop en hart, gij zijt een schoone stad,
van uwe torens nog niet eens gesproken,
noch van de vaandels die men uitgestoken
heeft naar men het vet of mager had.
Gij hebt het een en ’t ander meegemaakt;
alleen het wit en ’t zwart behield zijn toover:
’t is wit en zwart dat over u nog waakt.
Maar kom, dat is historie. Zand erover.
De dag van heden is het grootste wonder.
Uw maagdekens maken geen verdriet.
Uw dichters zijn ook van de slechtste niet
al loopen er veel wiskesvliegers onder,
maar dat is galerij, façade, krans,
lijk ’t puiksken uit (’t leest de gazette in ’t Fransch).
Daar zit ge Gent, onder die dwaze winden:
Wie dieper delft zal ’t erts wel vinden.
KAREL VAN DE WOESTIJNE
Voor-zang
Het huis mijns vaders, waar de dagen trager waren,
was stil, daar ’t in de schaduwing der tuinen lag
en in de stilte van de rust-gewelfde blaêren.
- Ik was een kind, en mat het leven aan den lach
van mijne moeder, die niet blij was, en aan ’t waren
der schemeringen om de bomen, en der jaren
om ’t vredig leven van den roerelozen dag.
En ‘k was gelukkig in den schaduw van dit leven
dat naast mijn dromen als een goede vader ging…
- De dagen hadden mij de vreemde vreugd gegeven
te weten, hoe een vlucht van grote vooglen hing,
iederen avond, in de teedre zomer-luchten
die zeegnend om de ziel der needre mensen gaan,
als de avond daalt, en maalt in avond-kleur de vruchten
die rustig-zwaar in ’t loof der stille bomen staan.
…Tóen kwaamt gíj zacht in mij te leven, en we waren
als schaemle bloemen in den avond, o mijn kind.
En ‘k mínde u. – En zo ’k véle vrouwen heb bemind
sinds dien, met moeden geest of smekende gebaren:
ú minde ik; want ik zag uw kinder-ogen klaren
om schuine bloemen in de tuine’, en uw aanschijn
om mijn eenzelvig doen en denken tróostend zijn,
in ’t huis mijns vaders, waar de dagen tráge waren…
RAINER MARIA RILKE
Die Marien-Prozession
Aus allen Türmen stürzt sich, Fluss um Fluss,
hinwallendes Metall in solchen Massen
als sollte drunten in der Form der Gassen
ein blanker Tag erstehn aus Bronzeguss,
an dessen Rand, gehämmert un erhaben,
zu sehen ist der buntgebundne Zug
der leichten Mädchen und der neuen Knaben,
und wie er Wellen schlug und trieb und trug,
hinabgehalten von dem ungewissen
Gewicht der Fahnen und von Hindernissen
gehemmt, unsichtbar wie die Hand des Herrn;
und drüben plötzlich beinah mitgerissen
vom Aufstieg aufgescheuchter Räucherbecken,
die fliegend, alle sieben, wie im Schrecken
an ihren Silberketten zerrn.
Die Böschung Schauender umschlieβt die Schiene,
in der das alles stockt und rauscht und rollt:
das Kommende, das Chryselephantine,
aus dem sich zu Balkonen Baldachine
aufbäumen, schwankend im Behang von Gold.
Und sie erkennen über all dem Weiβen,
getragen und im spanischen Gewand,
das alte Standbild mit dem kleinen heiβen
Gesichte und dem Kinde auf der Hand
und knieen hin, je mehr es naht und naht,
in seiner Krone ahnunggslos veraltend
und immer noch das Segnen hölzern haltend
aus dem sich groβ gebärdenden Brokat.
Da aber, wie es an den Hingeknieten
vorüberkommt, die scheu von unten schaun,
da scheint es seinen Trägern zu gebieten
mit einem Hochziehn seiner Augenbraun,
hochmütig, ungehalten und bestimmt:
so dass sie staunen, stehn und überlegen
und schlieβlich zögernd gehen. Sie aber nimmt,
in sich die Schritte dieses ganzen Stromes
und geht, allein, wie auf erkannten Wegen
dem Glockendonnern des groβoffnen Domes
auf hundert Schultern frauenhaft entgegen.
MAURICE MAETERLINCK
(Nobelprijswinnaar literatuur)
Serre chaude
O serre au milieu des forêts !
Et vos portes à jamais closes !
Et tout ce qu’il y a sous votre coupole !
Et sous mon âme en vos analogies !
Les pensées d’une princesse qui a faim,
L’ennui d’un matelot dans le désert,
Une musique de cuivre aux fenêtres des incurables.
Allez aux angles les plus tièdes !
On dirait d’une femme évanouie un jour de moisson ;
Il y a des postillons dans la cour de l’hospice ;
Au loin, passe un chasseur d’élans, devenu infirmier.
Examinez, au clair de lune !
(oh rien n’y est à sa place !)
On dirait d’une folle devant les juges,
Un navire de guerre à pleines voiles sur le canal,
Des oiseaux de nuit sur des lys,
Un glas vers midi,
(Là-bas sous ses cloches !)
Une étape de malades dans la prairie,
Une odeur d’éther un jour de soleil.
Mon Dieu ! Mon Dieu ! Quand aurons-nous la pluie,
Et la neige et le vent dans la serre !
EMILE VERHAEREN
Aujourd’hui
Gand formidable, avec ses bras, ses mains, ses doigts,
Avec son corps ployé sur les métiers tragique
De son peuple fiévreux, redoutable et narquois.
Ses tissus clairs et fins partent vers des contrées
De feu, de flamme et de splendeur large dorées ;
Ses draps profonds et lourds luisent comme autrefois
Dans les fêtes, les triomphes et les arrois ;
Mais mieux qu’aux anciens temps, de rage et de colère,
Sa force organisée et, chaque jour, debout,
Patiemment, mais fermement, impose à tous
Sa volonté rugueuse et ses vœux populaires.
KAREL LODEWIJK LEDEGANCK
Aan Gent
[fragment]
Gij zijt niet meer,
Gelijk weleer,
De trotse wereldstad, die koningen deed beven;
Gij zijt niet meer dat leeuwennest,
Dat wijd geducht gemenebest,
Dat tot de volkren sprak, het hoofd fier opgeheven;
Niet meer de bakermat van Vlaandrens heldenmoed,
Niet meer de zetelplaats van weelde en van overvloed.
Uw heerschappij
Is lang voorbij,
Met alles wat de glans van heerschappij verenigt;
Voorbij, met al de wonderkracht
Van zelfbestaan en eigen macht,
Die eigen voorspoed schept en eigen onspoed lenigt;
Voorbij, met eigen zede en aard en eigen pracht;
Voorbij, gelijk het rijk van een verdelgd geslacht!
’t Is lang, sinds hier,
De Leeuwbanier
Ontrold werd voor het oog dier neringen en gilden,
Die elk, gelijk een legerschaar
Het harnas gespten in ’t gevaar,
En wilden wat was recht, en wonnen wat zij wilden!
Dit tuige Frankrijks Vorst, dit tuig’ Bourgonje’s Huis,
Dit tuige ’t veld voor Brugge en dit de zee voor Sluis!
De tijden vloôn,
Sinds u een zoon,
De glorie zijner eeuw, een Keizer, werd geboren.
De tijden vloôn, sinds hier ter stee,
Na lang en snerpend oorlogswee,
Het heilig Vreeverbond van Neerland werd bezworen.
O! Wie geeft u terug uw telgen van weleer?
Of ziet het Vaderland ooit zulke helden weer?
O neen, de roem
Is als een bloem,
Die nimmer wederbloeit, wanneer zij eens ontblaârde;
En in zo menig staatsorkaan,
Als over u is opgegaan,
Is de uwe neergestormd, en ligt verwelkt ter aarde.
Al wat gij nog behoudt van uw aloude faam
En ongeschonden draagt, is uw aloude naam.
Alle informatie:
Boekhandel Walry Zwijnaardsesteenweg 6, 9000 Gent
Uitgeverij Lannoo Kasteelstraat 97, 8700 Tielt
✒ ✒ ✒ ✒ ✒ ✒ ✒ ✒ ✒
ENCORE... NOG VAN DA
GENTSCHEN HUTSEPOT
wie gents bloed hee in zijn oaders
wie de gentsche stede mint,
wie de zonne kan verdroage
en doarbij de noorderwind
wie in gent hier es gebore
en content es mee zijn lot
die eet, wil mij vrij geluve
geere gentschen hutsepot !
loat de fransman dapper smulle
aan wa kip-kap en gebroad
da in fransche kasserollen
ure lank te broeb’le stoat
al da schuw en vrend geknabbel
zieme wij als overschot
want het beste op de wereld
es de gentschen hutsepot !
ja ik zeg het u veur ‘t loaste
‘t es de beste spijs op eerd
en ik hoa hem nie bezonge
wast hij nie een liedse weerd
wie in Gent hier es gebore
en content es mee zijn lot
die zal iewig ‘t liedse zinge
van de gentschen hutsepot
Hertaling door Eddy Levis van ‘De Vlaamse
Hutsepot’, Uit mijnen schoonen jongen tijd,
‘Zwart Polleke’, Herinneringen door Lodewijk
de Vrieze, Gent, 1923
DEN BLOEDWORST
Gezongen op de wijs van : ‘Le joli fruit’
Hertaling Eddy levis
‘k Weet da in Gent de vrêwe
Al sneukelmuile zijn
En dan z’ hoast all’moal hêwe
Van iets smoakelijks en fijn.
D’ iene tsjoest kirremelle
D’ andre keund’ altijd zien
Aan ‘t knabblen en aan’t pelle
Aan ienen appelsien
Moar wadd’ es beste kuup ?
Woar die zijn z’ op verzot ?
Op - roept de gruten huup -
Nen bloedwust in de pot
REFREIN
Ah ! ‘t Es zuu goed
Ter es niets beter dan een bloedsossietse
Ah ! ‘t Es zuu goed
‘t Steekt gelijk een vierken in uw bloed.
Ah ! Ah !Ah !
Ah ! ‘t Es zuu goed
Neelt een enkel en proeft een tsietse
Ah ! ‘t Es zuu goed
Beter est er nie
Dan nen bloedsossie
Kijk zie
Ge meugt ze broje, kooke
Mee peper en mee zijt
Ge meugt er rèw aan tsjokke
Moar goed die zijn z’ altijd
Hoe schuune zwart, die wuste !
Hoe wrie zacht ulder vel
Enfin, zulle, ‘t es kuste
Iederien die weet het wel
Ik zeg nen bloesossie
Bij goe en zuust gebruik
Da toakt uw herte, zie
En da vult ied’ren buik
Uit de Revue: ‘Gent in Nesten’ uit 1913.
Dubbelzinnig erotisch lied, geschreven n.a.v. het Senegalees dorp op de wereldtentoonstelling te Gent in 1913. Een ander liedje gaat als volgt :
‘t Dorp der Senegaleezen
Heb ‘k nogal veel bezocht
Vooral sinds ieder moorke
Daar bloedworsten verkocht
Tege mijn stèr
'k moeste ne kier van mijn mèr
Noar de gaar sain-Pjèr
Achter een flasken éthèr.
Mee maine vélo
En ‘k vlooge kik mee maan stèr
Tegen ne pilèr
Ze smeten mij op een bakkerskèr
En voerdege mij noar ‘t hospitol militèr
‘t Ieste bezoek da’k krege was van mijn mèr
Awel, zeisse, mijn mèr
Woar es mijn flasken éthèr ?
‘k Zeije kik aan de gaar-sainpjèr, mamèr
En ze smeet eure kloef tegen mijn stèr
En mijn kommiske was klèr.
(Ons aangeleverd deur Rita Verschatse)
HAMLET IN 'T ENGELS
To be or not to be
Deur William shakespeare
“Hamlet” akt 3 / scène1
To be or not to be: that is the question
Wether ‘tis nobler in the mind to suffer
The slings and arrowsof outrageous fortune
Or to take arms against a sea of troubles
And by opposing end them? To die: to sleep;
No more; and by a sleep to say we end
The heart-ache and the thousand natural shocks
That flesh is heire to, ‘tis a cosummation
Devoutly to be widh’d. To die, to sleep;
To sleep:perchance to dream:ay,there’s the rub;
For in that sleep of death what dreams may come
When we have shuffeled off this mortal coil,
Must give us pause:there’s the respect
That makes calamity of so long life;
From who would bear the wips and scorns of time
The opressor’s wrong, the proud man’s contumely,
The pangs of despised love, the law’s delay
The insolence of office and spurns
The patient merit of the unworthy takes
When he himself might his quitus make
With a bare bodkin? Who would fardels bear,
To grunt and sweat under a weary life
But that the dread of something after death,
The undiscover’d country from whose bourn
No traveller returns, puzzles the will
And makes us rather bear those ills we have
Thus conscience does make cowards of us all;
And thus the native hue of resolution
Is sicklied o’er with the pale cast of thought,
And enterprises of great pith and moment
With regard their currents turn awry,
And lose the name of action. - Soft you now!
The fair Ophelia! Nymph, in thy orisons
Be all my sins remember’d
And lose the name of action. - Soft you now!
The fair Ophelia! Nymph, in thy orisons
Be all my sins remember’d
Vertaling
Te zijn of niet te zijn, dat es de kweste: of het nobeler es om te lijjen onder alles wat da't wrîede Lot eu toeslingert of om de woapes op te neme tege nen zîe van zorgen en der al vechtend een einde aan te moake? Te stirve, te sloape, niets ne mîer; en in diene sloap rust vinden veur alle d' hertzîere en de duuzend pijne dien eu liijf eu bezorgen, dat zoe een einde zijn om eu eige toe te wensche. Te stirve; te sloape: misschien wel druume: Ach nîe, doar wringet hem: want welke druumen komen in dienen duudensloap, oaze me de' aeedsche zorgen hên afgeworpe, het doet ons tweifelen: dat es d' overwegijnge die leidt tot d' ellende van zuu'n lank leve, want wie zoe de gîesel en de hoon van den tijd verdroage, h' onrecht van den onderdrukker, d' arroganse van de rijke, de pijne van een onbeantwoorde liefde, de dwoalijnge van ''t recht, de onbeschoeftheid van nen ambteneere, en de verachtijnge woarmee onbenullen eu geduldige wirk beluune, wannîer dadde ruste keunt vinde mee ne simpelen dolkstuut? Wie zoe dat allemoal verdroage, zîeten en kreunen onder een ellendig bestoan oas nie de dreigijnge van wa dat er achter de duud komt er was, 't onontdekte land woar da gîene reiziger uit weerekîert, verwart ons en moakt ons zwak, zuudamme liever de lasten droagen dieme kenne, dan 't onbekende tegemoet te goan. Zuu verlamt het geweten ons tot lafoars, en zuu wordt gezonde doadkracht verziekt deur blîek gepieker en lupen gruutsch' ondernemijngen op niets uit. Stille neu, doar es schuun' Ophelia! Nymf, loat mijn zonden in eu gebeden herinnerd worde.
I search helpful friends among my Linked in
connections to translate my poem in as much
languages as I can find volunteer translaters
on the internet.
THE ANGEL AND THE ROSES
An angel would not be an angel
If he could not embrace the early
morning with shivering delight.
And fly behind the vanity of time,
To stir up with his flapping wings
The fallen leafs on the sleeping
Meadow of a day in november.
Remembering the misty hour
Veiled in a hazy blue twilight.
An angel would not be an angel
If he was not on bare feet on the
Grass, a passer-by, searching for
A shelter. As trees seems to have
Lost their umbrellas. And later on
In busy shoppingstreets her tender
Smile, for a last while; among the
Masquerade of faces, the tears in
Her eyes as dewdrops for the roses.
Johan Anthonis ©
DEN ENGEL EN DE RUUZEN
Vertoalijnge in ‘t Gents dialect van:
‘The angel and the roses’ van Johan Anthonis ©
nen engel zoe gienen engel zijn
oast hij de vroegen uchtijnk nie mee
rillend genoege kost omoarme
en vliegen achter d’ ijdelheid van den tijd
mee zijn flapperende vleugels
d’ afgevalle bloaren op de sloapende
weilanden opdwerrelend
op ne novemberdag
mee in gedachte 't mistig uugenblik
gevangen in de woazige schemerijnge
nen engel zoe gienen engel zijn
oast hij nie op bluute voeten in ‘t gès kost luupe
lijk ne passant op zoek noar een onderkome
de buumen hèn precies ulder paraplu’s verlore
en loater, in drukke winkelstroate
heure lieve lach, veur een loaste momentse
tussche de maskerade van tronies
de troanen in heur uuge
gelijk dèwdreupels op een ruuze.
Eddy Levis ©
VRIJ NAAR 'HET HUWELIJK' VAN WILLEM ELSCHOT
door Jowan Antoniez ©
DEN TREW
Tege dat hij in 't snotsen hoa op 't' einde van 't compleetse
in ploatse van da schuun mokske mee un spaneetsen an
eur scheetse, hij op zijn dak zat mee un êwe zoage van
un meetse, 't was zuust ne pleujrok, un verrumpolde pirre.
Hij kost er nie mier op zijn, kierdeg' hem hertefrittend omme
en trokt oast van mizeere zeijnen board uit; geboardige dat
hij eur nie zag; jij, die vroeger zuu zot of nen top liept, hiet
van de goeste, hoa neu ne platten band, liet zijne velo roeste.
En kreeg z' hem toch nog iene kier zuu verre da zijne sjoarel
stond en gingt hij op eur zoole mee jheur op van de grond
was 't alsof 't hij als nen poater in 't wijwoater spertelde en
zong ze zij d' uugst' îrre uit d' oopperette 't Vliegent Pird.
Moar der inblijve dee ze nie, al verschoot hij uuk nog zijn
allerloatste poêr uit de luup van zijn gewirre, doarvan duu
goan dee ze nie, uuk al kroaktige eur êwe matrasse en al
spronge de reesoors, ze bleusde lijk nen appel zuu gezond.
Hij peisdigde 'k klop eur de kop in en 'k steke 't kot in brande
ik doe iets in eur soepe, 'k trekke de lîeren op en 'k kuische
mijn schuppen af, 'k pakke de vlieger over de gruute plas
veur un tropiesche liefde en 'k ben der tons veur goe van af.
Moar zijnen hoamer pakken deet hij nie, want tusschen iets
zeggen en iets doen est er blijkboar toch 'n gruut verschil;
veur dadde 't weet hange de flieken an eu belle om ulder
te moeie mee eu menoaze, moede gij in 't zakse bloaze.
Want den tijd da vliegt verbij, moar 't es uuk iets da slijt en
een vrêwe krijgt heur hormonal humeur van eur vapeurs
en ne vent da drinkt hem van tijd un stuk in zijne zielee en in
zijn voete, dadd' es 't leve, doar veure moeme soame boete.
Jowan Antoniez ©
Charelke Veriekele
Gedicht genoteerd uit de mond van de moeder van
Magda Wauters-Dekeyser (Gent Rabot)
Ik ben Charelke Veriekele
En ik kan goe spiekele
Da komt omda’k ben gezond
Mee mijn pruimpe in mijne mond
En ‘k bijt altijd op mijn chiekske
Gelijk op een kriekske
Overloast kwame kik wandele langst den Dam
‘k Krege moeie bienen en ‘k paktege den tram
Zuust waze’k goan zitten op de banke
Laze kik op een ijzere planke: ”Défense de cracher sur le plancher!”
En omda kik nog Frans verstoa van bij den troep
Zeg ’k in mijn eige: wat es dadd’ een soep
Wadde... Ik hier nie spiekele, sapperbleu
Doarin zijde bedroge, mon vieux
De receveur die kwam zuust rond
En ‘k spiekoldege kik op de grond
Joamoar, da goa hier zuu nie, zei diene schele
En ‘k roldege binst eintsen in mijn kele
Hij zij: kerel, ge moet da loate
En ‘k spiekoldegen op de reclameploate
Hij zei: manneke, da zal kik eu belette
En ‘k spiekoldege binst op zijn trambieljette
Neefest mij zat er een geschilderd spinoakol(1)
Wel, wel, was mij dat een spektoakol
Ge moest eu schoame, zei diene chérie
En ‘k spiekoldegen op heure mizanplie(2)
Ze zei: pas op of ‘k sloa mee mijn galochen(3)
En ‘k spiekoldege binst in heur saccoche
De receveur trokt aan de belle veur te stoppe
En ‘k spiekoldege binst op zijn kopere knoppe
De conducteur kwam en hij zei:
Ge peist zeker dadde te doen hèt mee zotte?
En ‘k spiekoldege binst op zijn botte.
Tons vlooge’k natuurlijk buite
Moar 'k spiekeldeg' in een hoaste op de ruite.
De conducteur riep noar de poliese:
Magda Wouters-De Keyzer draagt voor...
Menier, pakt hem ne kier mee!
Moar ‘k spiekoldegen op dienen azent zijne collé(4)
Hij zei: mee mij goade’t zuu gemakkelijk nie hèn, mijnen beste
Moar ik gaf hem doar een kokarden(5) op zijn veste
Hij stektege mij bij mijn kroage en sleurdege mij mee noar 't commisoarioat
Moar onderwig spiekoldege kik op zijn broek, zuust op zijne ruuje noad.
Zie, op dienen bureau die hoa kik toch lol
‘k Spekoldege kik guul dienen inktpot vol
Tons schoot de commeseer in een Franse colleer
En ‘k spiekoldege kik binst op zijne reveer(6)
Hij zei: doet da nog ne kier?!
En ‘k zei: menier, ‘k hè nog wel een chiekske moar gien speeksol nie mier
Noten
(1) lelijke vrouw
(2) Fr. mise en plis
(3) overschoenen
(4) kraag
(5) nationale kleuren in de vorm van een cirkel gedragen opkraag of hoofddeksel
(6)kraag
'k Goa uit, zei Verspruyt...
(volksrijmke)
'k Goa uit, zei Verspruyt.
Woar noartoe? Zei Biezjoe.
Noar de banke, zei Verplancke.
Om hoeveele? Zei Vangeele.
Om honderduuzend frank! Zei Verbanck.
Tsjake, tsjake, tsjake! Zei Van Haecke.
Ge moet eu zuu nie weere, zei Vermeere.
'k Zal't aan al de meinsche goan vertelle! Zei Van Melle.
Loat het moar azuu, zei Van Luu.
Da'k het azuu nie loate, zei Verstraete.
Oast 't lollekestribunoal es, es't altijd in de weke, zei Verbeke...
‘t snuif
(volksrijmke)
g’ Hêt mannen en wijve dien ‘t snuive verachte
Moar veur mij, ‘k zeg het vrij, ‘t zijn dwoaze gedachte
Moar ‘t zijn de jonge meinsche dien da nie wille verstoan
Snuiven en snuiven es twieë
Ge moet snuive mee maniere
Dan der gien kegels aan euwe neuzen hange te zwiere
Want g’ hêt zuu van die mannen en wijve
Dien ne gielen drol in uldere neuze wrijve
Vertellen eu tons een rotte
En guul uldere neuzen hagt vol mee snuif en snotte
‘k Hoa doar overloast nog een ander affirre
‘t Was in ‘t puurtse van Mele de Pirre
En onder ons gezeid, here neuzen es van gèwd
En oas ze snuift es’t compleet een ruuze
En de reste vangt ze weer’ in heur duuze
Allee, Henri, zegt ze, doe mee
Pakt uuk ne kom bouillon mee ne pistolee
‘t Kost jij neu kome van d’ hitte
Moar ‘k zage doar zuu ne guulen drol in heure neuze zitte
ze kiert heur om
pardaf, guul diene kluts in mijne kom
‘k Zegge: Mele, da kik da hier nie mier van ete!
Want g’ hèt guul de groeze van euwe neuzen in mijne kom gesmete
Alee, zegt ze, Henri,
Ge zij gij toch van de dieffiecielste nie
Ge keun peize da kik doar rap buite was
Bij zuu ne vuilen das.
‘t Es doarom da kik snuive zuu vuil vinde veur wijve
Omda ulder ete zuiver zoete blijve
BIANCA CASTAFIORE
eur huuge stemme kost zuu wrie krijsse
dan de gloaze der van in schirve vloge
heur tremelo’s schirp als gewette zeisse
mee den oo'parleur bijkanst op vol vermoge
'n hiele porseleinkasse dee ze reinkele
mee sonnates gezongen uit heur herte
g’akkompanjeerd deur uuge die tweinkele
en schuun biezjoes in de schuune tuimelperte
van heuren balkon. Gelijk da ze 't gehuur
bespeelde, Maria Callas een vokale lesse gaf
zuu fijn gebekt, zuuwel muzikaal als van coiffuur
van heur zangtalent stond zelfs Edith Piaf paf
en in den opera ging ze zuudanig deur 't dak
dat de kruunluuster wel in duuzend stukskes brak
Jowan Antoniez ©
DE MOANDAG VAN DE LEEGE PORTEMONNEES
Hedde gij 's moandags ne leege portemonnee
Tons zitte gij guulegans op de Kuurnmort
Ge zegt "patron, geeft ons nog nen tournee"
En ge betoalt mee euwen êwen pasport.
Zuu van "'k zal da morge wel betoale,
Oas de facteur mijn pansioen hee gebrocht"
"'k Zal in de kirke rondgoan mee de schoale"
" 'k Leve van den dop, den trok en den tocht"
Zuu, doe achter mijn gat de deure moar toe.
'k Ben gestruupt gelijk nen druugen hoaring
K' hê giene noagel veur an mijn kluute te scharte.
Vanaf deissendag es 't mee den broeksriem toe.
'k Geev' eu mijnen alven trèwboek in bewoaring.
A la bonheur, van Gentscher ganscher harte.
Jowan Antoniez ©
DEN OPENINGSSTOET VAN ZOATERDAG
Darwin van d'evoluussetheorieë oat jij gelijk
De mieste mensche da stamd af van d'oape.
De dieë doar thalvent 't stroate da luupt in de kijk
En de vleujzakke die stoan der noar te goape.
't Es allemoal sienema zjuust veur de parade:
Dzuungel Boek, Animal Farm, alliene in 't echt;
Den overschot van t' karnaval, een maskerade
Veur d'uuge van 't gepeupel van 't Luizegevecht.
Die voil zjanette uit Oaljst die hiet ier Dille;
King Loewie uit Leuve dadd' es bij ons Termont
En ons mazjorettes... zuu bille en nog nie wille.
Ne veuranstoande Gentenirre dadd' es een virke,
Da zit op de tribuune en da moe nie ziere wirke
In ulder zondagsche kostuume, mee schuune plastron.
Jowan Antoniez ©
Den ienigen echte Gentsche stadsdichter
KAFFEEKENNESSEN
van de morgen hoa’k een firm stuk in mijn voete
twildege mij gistere nen halve coupon onder toafel
Drinke, moar die postkoarte was moar een kroete
want achter tien tsuurkes kreegt hij ne gruute woafel
en begost hij gebrekelijk te klappe mee ne schieve
lavabo zuu schief of een krabbe. En ja, serieuze
reezon kwamt er nie mier uit, alliene nog zieve-
ren en zoage, want hij was guultegans deur de neuze
'k voeldege kik tsmorgens in mijn zakke... wa stukke
kopercens en da was al. En vuurs een stuk in de zilee,
in mijne meule, mijne kabba en mijn plezante veste
van een stuk in de nacht op zwier, 't moe neu lukke
oas ge 'n pintse goat pakke en ze zien euwen filee
dadde sebiet blijft plakke en van ‘t ien komt de reste.
Jowan Antoniez ©
SONNET VEUR MIJN MISTINGUET
Gij zijt van de zwoane, pluime lijk ne woajer
Twie schuune witte vleuringe op 't woater.
Uuvirdig paraderend, ne parasolkesdroajer,
Parmantige pêw, mee euwe gêwe snoater.
Gij zijt van de zie, badschuimende kroage;
't ruud van de loate zonne op 't blêw plissé
van euw oaventklied. Zoomersche doage,
't boekeetse ruuze op ne romantiese soiree.
Gij zijt van de sterre, de felle glinsteringe
in euw uuge en van de vollemelken moane
de zachte ruum van euw verborgen vlies.
Gij zijt van 't ijs, gij doet de mirrels zinge;
gij doet de tulpe van mijnen tsenuiver troane
gij zijt 'n iete stoove, den besten antivries.
Jowan Antoniez ©
DRASJ NASJONAL 21 JULI
‘t Es goe weer’ an de Zuid, allez, toch veur ons gès.
De madeliefkes krijge woater en ‘t es tselfs veur niet.
‘t Es gelijk ol erfst in de zomer, 'k weet nie wat da’t es.
Die schriemmuile van wolke, ze zijn in de rèw geklied.
De pompiers da moe gien brandse nie mier blusse;
alliene ier en doar ne kier ne wijnkelder leeg pompe
of verzuipe. Ge peist gij: foert ze kunne ze ier kusse,
da miereziekersklimoat es goe veur Ollandersklompe;
'k pakke kik de vlieger noar 'n woarm tropies strand...
Moar wa blijkt, gien ien lastminuutse mier te krijge,
'k zal van oarmoe thuis bij mijn hiete stove moete blijve.
Op de treurbuize zien noar den defilee des Voaderland
Diene drasj nasjonal ‘k zoe der de rietepetiete van krijge.
In ploats van al die soldoate, zie 'k liever schune wijve.
Jowan Antoniez ©
UIT ‘T BEDDE GEKLAPT
Seksen dat doen de mensche miestal in ulder bedde
moest da alliene moar zijn veur in te goan sloape
‘t zoender vele ulder ne ligzetel kuupe durve 'k wedde
of ne struuzak veur malkoars vleuje te betroape.
'k vinde oas ge zelve gienen BV zijt uit de boekskes
dadde nie uit de beddebiechte moet goan stoefe
om al euw intieme esbattementen uit de doekskes
te doen, t' goa niemand an hoe dadde wil djoefe
mee euw madam. Al kan ze goe klappen en breie
Da wil ter veure nog nie zegge da ze naaisterigge
es of da ze bejangselpap moakt binst het vrije.
Want past op oas ge neefest 'n achterwoarstrigge
weunt die mee nen trachter an heur uure ligt 't urke
of da ze tortelduiven uurt of iene die ligt te snurke.
Jowan Antoniez ©
HOMMAGE AAN ONZE SIRE EN TERLUUPS AAN DEN
HIERE AUGUST BUYSSE, WURTELSCHREPER.
'k Hèwe mier van Albir dan van Herman De Coninck
Albir es de gruteren artiest, da ziede an zijnen Track.
Den Herman duuptige zijn penne te girre in heunink.
Een beetse van ne schoolmeiskesdichter, ne labbekak.
Als vent schrijfde gien boekske over de klank van hobo
En al guul zekers niede oas ge zelve gienen hobo zijt.
Da ruuktege zwoare sigarette in d' hende van ne koobo
moar dichtege dwoazekluuterije die de kinders opvrijt.
‘t Was ezuu een beetse te vele nen truukenduzenpoweet
Gelijk da Guustje zijn wurtels schreept, zuu schreeft hij
uuk van die gladde Ollands gekleurde wurtelderijen.
Op keunink Albir zijne Kestpreek zit er nog minder sleet
Dan op het euvre van Kristien Averechts euren eks. Zij???
'k zoe tons nog duusd kiere liever op Albir zijne moto rijen.
Jowan Antoniez ©
TSIEPMUILE
winnoar van "'t Wijste Gents Woord"
De tsiepmuile wierd per malheur gebore mee een schief
lavabootse en wierd er loater in de klasse mee getritterd,
de blitkeisse. An den blende muur, tottend mee eur lief,
ne schele. 't wierd er een instagramke over getwitterd.
't Was nie alliene een tsiepmuile, moar uuk een komeere,
eur bakhuis stond nie stille. Eure schele, diene dwoaze
uil, studeerdigde iest veur apotheker, moar hij oa were
zuuveel buize, dat 't uiteindelijk niemand mocht verboaze
Dat' hij luudgieter wierd. En de tsiepmuile euren hemel
kloardig' op. Ze woaren zij thuupe toch 'n schuune menoaze.
Zij mee ne schieve pompbak van ne kinnebak en den eure
Die dadd' als gediplomeerden totentrekker en koerskemel
mee zijnen Engelsche sleutel kost reparere. Couroaze,
meiske, uuk als tsiepmuile, edde toch nog oltijd keure.
Jowan Antoniez ©
den ienigen nechte Gentsche stadsdichter
apropoo: lusepoepe wierd poulidoor >>
LUTSEPOEPE
Hier in Gent vind' alles, behalve een luulke vrèwe...
ze zijn op ulder poasbest getajeerd in 'n spaneetse.
God zij dank, keunde moar mee ien mokske trèwe.
T'es moar ien wijste Gents woord en ien scheetse
Woarmee dadde lutsepoepe meugt doen en zonder
da' ze op euw hande sloat of eu zu schief bekijkt
van gij vuile pitoe. Gentse madammen zijn wonder-
schune schepsels. Tselfs de Venus van Milo gelijkt
Moar van verre op zuu een Gentsche schune konte.
't inspireerdige den bakker veur zijnen ieste pistolee
en de dieje van Sloggi bij de kreejoasse van 't sliepke.
Es 't neu 'n rosse, zit z' in 't acazjoe of es 't 'n blonte
Eu vrèwe kan sjangeere van kwaffuure, moar o wee,
oas ze nie mier gediend es mee euw lutsepoepepiepke.
Jowan Antoniez ©
OSCARKE DA SJANCHARKE
Heur pee die gijnk zuu stillekesan noar d'honderd joar
weliswoar mee 'n sigarillootse en ne goeje trappiest
alsuuk ne wandelstok mee drei fietizzen en 'n poar
lochtijnkterters langs de stroaten van Seintzanbatiest.
't was 'n ingevijnge oas 't hij veurbij de gazettewijnkel
kwam veur hem uuk ne kier zuu een lotse bij zijn sigarke
te kupe, 'n winforlaifke bij da wit gevirfd scharminkel
die hem altijd ansprak mee: ne goeie morgen Oscarke.
Heur pee, oa nog niej iens okoaze van zelve te scharten
of die steite kleine van zijn dochter hoat da nief kraslotse
zien liggen en hem afgedoan... op euw èwde pee, allez?
't was of dasse 't lot van eur pee zelve wildige tarten
want z' hoa tvijftig euro. Oscarke kocht hem were 'n lotse...
hee hem duuverschoote, hoat den giele gruuten boekee.
Jowan Antoniez ©
Menier Eddy Levis,
Mijn vrèwe en ik zijn de Gentse lessen veur geveurden aan ’t volgen bij Freek.
Ge moet weten, wij zijn Gentenirs van geboorte. Ik weundege 14 jaar op den hoek van de Gasmeterlaan en de Gagelstroate u wel bekend. Op ’t hoekske van de volgende stroate Gasmeterloan en Populierstroate weunde Marcel Bonnaerens mee wien dak vele peintjes gedronken he in onze jongen tijd. Ik ben geboren in da goe joar 1944. We moeten mallekoar misschien wel tegen ’t lijf geluupen zijn moar ik herkenne eu nie.
Feitelijk schrijve kik dadier allemoal omdat kik bij irfenesse in ‘bezit ben gekomen van een verhoalingsske in ’t Gents, guulemoal op rijm. Ik weten nie wie da de schrijver es en ’t intresseerd mij wel. Ik hè het al aan Freek gegeven moar hij weet uuk nie vanwoar da ta zoe komen. ’t Es wel redelijk lank moar ‘k willet eu hierbij toesturen.
Den uitleg vanachter hek zelve gemoakt veur mijn kinders en kleinkinders anders verstoan zer guulemoal de ballen van. Ge meugt mij gerust loaten weten wa da de der van vind en of da de gij weet wie da den auteur zoe keunen zijn.
Bedankt op veurhand
Leon De Ridder
Diamantstraat 43
9000 GENT
Hallo, Leon,
Ik ken het verhaal en heb nagenoeg hetzelfde vertellijnkske ingesproken op cassette, door de 93-jarige Jozef Van Hamme (1896-1989). Of hij nu ook de auteur is betwijfel ik. Er bestonden vroeger boekjes met gelegenheidsliedjes, versjes en toespraken voor feestelijke gelegenheden. Vermoedelijk komt het uit die hoek.
Ik zet het in ieder geval op onze wepsaait!
Op nen èwen Gentschen duup
Zie vrienden k’goa ulder ne kier goan verkloaren
Hoe da kik onlangs ben gevoaren
Mijn vreiwes zuster was an ‘tspoaren (1)
Natuurlijk wel gien halve kluiten ant vergoaren
En ja da zijn ezuu van die maleuren
Die an iederien keunen gebeuren
Al rap was’t tijd om ‘t kind te kuupen
En tons vaneigens nog te duupen
Mij hoan ze g’inviteerd veur peetje
En tante Triene gevroagd veur meetje
‘k En koste da natuurlijk nie refuzere
Want ‘k hoa‘t er al lange op, om mij ne kier goe t’ameseren
Dienen dag was eindelijk angebroken
En ‘k hoa mijn schuunste kostuummeken angetrokke
Mijn half hendeke (2) schuune gesteven
En mijnen hoed goe opgevreven
Mijn vrèwe hee mij tons twee franken uitgeteld
En mij daorbij ne kier goe mijn lesse gespeld
Ge weet aon ze ’t kiendje goan duupen
Da peetje kientsessuiker moe kuupen
En binst da ze zij bezig was mee vertellen
Trokken ze zuust an de belle
‘t Was de koetsier ’n kleine lirre (3)
Moar nen iewige hakkelirre (4)
‘k Zeie: koetsier we gaome iest een goeleke (5) profiteren
Bijjoam, zeit hij, ken kan da nie refuzeren
En mee tons in zijn voiture te willen stappen
Botste ge’k mee mijne kop tegen de kappe
‘k Zei: allee veur ’t begin gao’t goed
‘k Hè al ne gruuten bluts in mijnen hoet
Die fwoiture schoktege mij haost de doarmes uit mijn lijf
‘k hoa nog veel liever ’n rossijnge (6) van mijn wijf
Gelukkig zijme zonder andere malheuren aan de kirke g’arriveerd
Maor ‘k hoa toch nog veel liever te voete gemarcheerd
Ter es doar gediscuteerd, ja zelfs gekeven
Om diene kleine zijne noame te geven
’t Meetje zei: ze moe hiete gelijk tante Triene
‘k Zegge: zijde nie beter mee Jozefiene
D’ achterwoarsterigge (7) wist er uuk van te spreken
Ze moest er uuk heure neuze in steken:
Woaze kik in ulder ploatse ‘k hiete ze Stefanie
Gelijk de dochter van mijn Eulalie
En de koetsier den hakkelirre
Den verdomschen babbelirre
Zei tons nog: hiet ze aosteblieft gien Lotje gelijk mijn vrèwe
Want loater zullen z’er de zot mee hèwen
‘k Zegge: ge zij gij uuk nen goeie
Wa moede gij eu doar mee moeien
En d’ achterwoarsterigge sprak doar van te getoake (8)
En poef, ’t zat doar sebiet op zijn koake
Da begost diene paster vried t’ambeteren
En hij begost op zijne puut te spelen
‘k Zegge: ge moet ter nie langer achter zoeken
Schrijf moar Eulalie in de boeken
Tons hee diene paster ne guule puut zijt
Op diene kleine zijn tonge geleid
En kijk ‘k en keune doar wel goe tegen
Maar doarvan he’k toch gruuten dust gekregen
‘k Zije tegen ’t meetje: we goan ons eentje pakken
Hierover in ’t cafeetje krijgde ’n goe kwakske (9)
En ’t meetje was uuk gien zijntje (10)
Ze stekte uuk nog girre ’n bobijntje (11)
En ze liet heur gien twie kieren ploage
Ze sloeg ter van den ieste keer wel dreie in heur kroage
Och zij se ’t luupt ezuu tot in mijn tiene
En ‘k krijg er den beverik van in mijn biene
En d’ achterwoarsterigge zoe van gien eintje verschieten
Aos ze ze moar veur niets in heur kele kost giete
En de koetsier liet ons moar babbelen
En hij sloeg z’ achterover zonder te knabbelen
Wij kregen doar allemoal ’n stuk in ons veste
Op den duur waze kik nog den beste
Want oas ‘t er op an kwam om te betaoalen
Zei kik: woar goa kik al da geld goan hoale?
‘k Zeie: allee boas, mijne kameroad
En ‘k leie doar mijne dubbelen saldoat
Hoeveele zijn der hier uitgedronken
Zegt hij: ‘k hè der wel twieëntsestig uitgeschonken
‘k Stonde doar mee mijne mond open
Wie hee’t er da hier allemoal uitgezopen?
Zegt hij: zwijgt de kleine hee ter moeten op letten
Want van den dust est hij beginnen blèten
’t Meetje kost ‘t niets geven om te zwijgen
Want ze was zelve zuu plat gelijk ’n vijge
En ik ginge ne kier in mijne zak
En ‘k oa nog zuust een rolleke toebak
‘k en kost da toch nie in diene kleine zijne mond deuwen
Want hij zoe ter keune van speuwen
En d’ achterwoarsterigge zei tons nog in ien kattekolirre (13)
An da dutstke da hem nie kost verwirre:
Aos ge nie uitschied mee huilen
Geve’k u ’n pirre op u muile!
En de koetsier den hakkelirre
Den verdomschen babbelirre
Kost op zijn puuten nie mier staon
En algelijk moest hij der zijn slaboars (12) nog in sloan:
Geef diene kleine nen dreupel klaren
We zullen der an zijn mére nie van geboaren
We zijn tons stillekes noar ‘t stadhuis getrokken
Maar ‘k geluuve dan ze doar luuk hoan geroken
Want hedde doar tante Triene
Gelijk nen uil op ne kluit stoan ziene
Oas ze vroegen noar de kleine zijn geslacht?
Ter hoa doar gienen iene an gedacht
Ze zijn tons gegoan naor ’n koamerke alliene
Veur zeker ne kier te kijke noar zijn kromme bienen
En d’ achterwoarsterigge stond doar gelijk ’n anneke (14)
Aos ze zeien t’es ’n manneke
‘k Zeie nu hè’k er mijne buik van vol
Schrijf moar op ’t Suure mijne windbol (15)
‘k Zegdegen tegen ’t meetje: we goan ons eentje goan pakken
En hemme wij gien geld we zullen plakken (16)
Van noar huis goan was ter gien sproake
Want we begosten zuust in ’t plezier te geroake
Ezuu sprak onzen hakkelirre:
Vroeger woaze kik ne lochte Gentenirre
En ik keune nog goe mijn lesse
En poef hij sloeg ’n slinke zesse (17)
Wij begosten doar allemaal te dansen en te springen
En ’t meetje wilde per forse ’n liedje zingen
En op den duur hoa d’ achterwoarsterigge in heur dwoazegheid
De kleinen mee zijne kop naar omliege geleid
Da spelleke hoa doar nog lange keune duren
Hoa ’k nie moete kijken naar mijn uure
Ik hè mij tons nog ’n sloapmutske opgegoten
En ‘k ben der mij vanonder geschoten
Maar thuis was’t weeral van la girre (18) bij mijn vrèwe
‘k Peize nu goa’k mij moar liever koest hèwen
Zeg ze: zijde gij nie beschoamd ’t es elve
‘k zegge: zwijgt want ‘k ben guul van mijn zelve
En omda ze nie zoe beginnen zoagen
Zei’k da’k zier oa an mijn moage
Z’ es tons om kientsessuiker gegoan in mijn zakken
Moar ‘k zeie och hiere da kientse kost nog nie kakken
En veur t’ eindegen lei ’k doar ’n kalveke (19)
En ‘k zeie t’es toch moar van ’n halveke
Tsanderendoags woas ‘k gelijk gebroke
‘k Was gelijk afgeranseld mee stokke
Mijnen hoed was guul kapot
’t Was gelijk ’n ingestampt hondekot
Mijn half hendeke was gelijk een sponse
En mijn schune kostume gelijk ’n slonse
En mijne kop dee mij nu toch zuu zier
‘k Zeie: van mijn leven benne kik gien peetje nie mier!
VERKLARING VAN ENKELE MOEILIJKE WOORDEN VOLGENS HET GENTS WOORDENBOEK
1. spoaren: zwanger zijn
2. half hendeke: gesteven borststuk met col
3. lirre = lurre: schavuit –onbenul
4. hakkelirre: stotteraar
5. goeleke: dreupel – borrel
6. rossijnge: rammeling
7. achterwoarsterigge: baker, komt na de vroedvrouw – iemand die zich met alles bemoeit
8. getoaken: vatten - grijpen
9. kwakske: dreupel jenever
10. zijnste = zuintje : godsvruchtig prentje
11. bobijntje: dreupel
12. slaboars = slabbaris: zich bemoeien met iets wat je niet aangaat
13. kattekoleire: haastige gramschap
14. anneke: sulachtig vrouwspersoon
15. windbol: kaakslag, oorveeg
16. plakken: op de poef kopen of drinken
17. slinke zesse: iets verkeerd doen
18. la girre = la geurre : ruzie maken
19.kalveke : braken
Johny saw es proimen hanging
Johny saw es proimen hanging
Oh! As chicken egs so groot
It seemed that Johny would go plucking
While his father ‘t hem forbood
He thinks: as I will be clever
Then my father sees it not
On this tree so full of proimkes
He wil not have it in the mot
So Johny cloutered in the proimtree
Stack his pockets full of fruit
But he mistrapped and felt down then
So flack on his little snoot
All the proimkes they where moes now
And the moes run out his brook
It dripped softly in his couses
Johny did not darf to look
And again he was not lucky
Cause his father came there oan
And he gave him such a ramling
He could forthy days not goan
That is how end the silly story
Of litte Johny the proimenthief
Even with a lot of goesting
He did it never more opnief
Bewerking van "Jantje zag eens pruimen hangen"
Orspronkelijke Nederlandse versie
door Hyronimus Van Alphen 1746 - 1803
Jantje zag eens pruimen hangen,
o! als eieren zo groot.
‘t Scheen, dat Jantje wou gaan plukken,
schoon zijn vader ‘t hem verbood.
Hier is, zei hij, noch mijn vader,
noch de tuinman, die het ziet:
Aan een boom, zo vol geladen,
mist men vijf zes pruimen niet.
Maar ik wil gehoorzaam wezen,
en niet plukken: ik loop heen.
Zou ik, om een hand vol pruimen,
ongehoorzaam wezen? Neen.
Voord ging Jantje: maar zijn vader,
die hem stil beluisterd had,
Kwam hem in het loopen tegen
voor aan op het middelpad.
Kom mijn Jantje, zei de vader,
kom mijn kleine hartedief!
Nu zal ik u pruimen plukken;
nu heeft vader Jantje lief.
Daar op ging Papa aan ‘t schudden,
Jantje raapte schielijk op;
Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen,
en liep heen op een galop.
Gent, plaza poëtica
Gentsche poëtiesche portrettengalerieje
Zuust gelijk passeerde joar zoe kik de Genteneers veur hulder Gentsche Fieste willen trekteere mee een honderdtal Fîestengedichte. Neu ne kîêr gîen sonnetten of haiku's maar een portrettengalerieje van karakteristieke Genteneers van neu en toens. 'k moeste guul selectief zijn want alle geuren en kleure van 't Gents palet moesten aan bod kome.
Jowan Anthoniez
den ienigen échte Gentsche stadsdichter
Veurwoord
Wa doede oas ge de kriebol in eu vijngers hêt, en eu huufd vol Gentsch inspiroase? Awel, ge schrijf wa gedichtses, dat es veural goe veur de transpiroase.
En zie, Jowan Antoniez (Johan Anthonis,°1959) hee hem nie keunen hèwen en hij heet er zuu moar, oastemblieft, efkes 100(!) geschreeve. Hij hee ze mij stuk veur stuk, eintse per eintsen opgestuurd, en ‘k hê 100 doage broave geweest mee z’ op onze wepsaait te zetten en der een schuun zantsje bij te plakke. ‘t Es een wrie wijze, gevarieerde kollekse geworde, giestig en gevat, mee ne keur aan tefrente beroemde of bekende Genteneers uit alle meugelijke mieljeu’s: poletiek (van alle kleure), wetenschap, strips, literatuure, tv., fielm, cultuure, pers, meziek, mode, sport, middestand, tonîel, kunst, architectuure, fielozofieje, industrieje, en nog veel mîer.
Richard Minne schreef over Gent: “Uw dichters zijn ook van de slechtste niet, al loopen er veel wiskesvliegers onder” ... En alhoewel da Antoniezke nie echt ne wiskesvlieger es, heet jij, in sommegte van zijn gedichtses, toch hier en doar wriê zijn devuure gedoan veur der soms d’ apparense van t’ hên.
Zekers hier ne kîer op eu gemak in grasduinen, en der regolmoatig een poar uit leze. ‘t Goa ulder nie spijte...
Mee wrie veel poweetiesche woardeerijnge,
Eddy Levis, Prezedent van de Gentsche Sosseteit
Eetjen Anseele
Irma, een vrient schuune sjanteuse, mee'jen
tuverachtige stemme, gelijk nen nachtegoal,
Zoan eur willen oplieên veur den Franschen
tejoater moar ze mocht nie van eur moeder.
Want Irma eur moeder, da was een wijs mens
Ze zei: "Nie, nie Irma t'es een guul ander leve."
Want oade gij een woord, Irma eur moeder
Oat er tiene in de ploatse. En oas eure Ziebir
Was blijve plakke an den tuug van tachturenhuis
Of de Veuruit, tons trok ze zij derachter, mee
Veel toepee, 't hoar rechte op ne pjes montée,
Om tegen die half patatte manne te rezenere.
En zuu uuk op ne kier stond ze zij aan de contwoar
Meej Eetsjen Ansiele zelve.Want Irma eur moeder
Was ruut. Moar zu ruut als de Kardinal van Rume
En ze wist dad' Eetjen zelve ne poapefritter was.
En ze zei: "Menier Ansiele, k' ê mij nog nuult zuu
Gemiene nie g'acht, om mijzelve veur een bieste
Uit te geve, want wie zegt dat' er giene God bestoat
Die es toch moar een bieste in mijn uuge, en doar-
Veure benne k'ik veel te fier." Woarop dad' Eetsjen
moe gezegd ên : "Madam Aliene, contrirre mee wa
da euwe noam ons zoe doen peize, edde twoalf
Gaste luupe, een konijnemoere es toch uuk 'n dier".
Jowan Anthoniez ©
Jozef Guislain
'k ê onlangs nog ieveranst in de gazette gelezen
van ne professor mee veel ronkende grute titels
dat' er in feite an iedre mens een kleinigheid zoe
mankere an ulder hessens in de bovekoamer.
Woarom dadde doarveure professor moet zijn
es mij een gruut roadsel, want da wiste kik ol
Lange en oas ge 'n klein beetse ierlijk wilt zijn
Durve' kik mee eu wedde daddet uuk ol wist.
Want ne mens dad' es gelijk ne lijfrok, ter es
Oltijd wel ieverst een steekske los en vanuit 't
uugpunt van den toernavies gesproke, edde er
Gij dajeur guul vele mee mier dan één vijze los.
Tot veure de Fransche revoluusse ên z'oltijd
Gepeist da 't zot in de kop nog 'n irfenesse was
Van Adam zijn Eva, omdad ' en vrêwmens van
nature uit van die dwoaze grille in eur uuft ee.
Goestjes en prette, die den duvel in eur ures ee
gefluisterd. Twijf es immers getiektakt en zuu
Tangerachtig om oas eur gat schuifelt nog liever
t'urke noar een slange, dan noar euren eige vent.
Tes nie veur niets dan d'echte Gentenirs nog
oltijd spreke van de Duzend Vure. En da aldoar
't bronzen standbeeld stoat van de Genschen
Dokteur die bij jons de Pieskiejatrie ee ontdekt.
Want, zuu oa Zozif Guislain geconstateerd, da
Zot zijn doe ten ieste gien ziere, moar tes uuk
in feite gien zonde, omda bij de gruten uup 't
Ulder eige schuld nie jes van dad' akkrootse.
En zu vond jij Guislain dad'achteraf bekeke vriet
Onterecht dan z'in de Middeliewe, al die lochte
meiskes, als woarent hekse, mee bustelsteel en
al oan ter duud veruurdield op den brandstoapel.
Guislain ging zelfs zuu verre om te proclamere
Dan der nie alliene zotte wijve, moar nog veel
mier krankzinnige manne zoen zijn. Al was't bij
Ulder miestal van t'hard en te ziere moete wirke.
Van den stirken drank woarmee dan ze diene
Slechte smoak van steinkende fabrieke moeste
Deurespoele of van de siefielies die ze bij dien
Of ander vuil' hoere an d'hoave oan betroapt.
Gent wierd al rap te kleine, veur al Guislain's
Zijn giesteszieke. En omda d'en huis moar ien
Achterdeure ee, beiwdig' hij grute gestichte veur
Al de dieje die zuu zot of 'n achterdeure woare.
Jowan Anthoniez ©
Marc Sleen
Nog veure da Vera D.U.A. in heur uniformke van
Seinbavo de kleur van heur meiskesscholle ier
an deed, oame wij hier in Gent_ mijn moeder
eejem als kind gekend_ nen fanatieke colporteur
van de groene kleur. Tes te wete Marcel Neels
dieme wulder allemol kenne als Marc Sleen.
Hij wirktige jij als tiekenirre veur de gazette
van 't Volkske in de Rui Truite/ de Forelstroate.
Van de rijstkakker uit China (Woame pertang op
't scholle gelierd "behorende tot het gele ras")
moaktige Sleen ne groene. In un ander boekske
van 15 frank goajet' em over un groene patreel.
Nie da Sleen nen fanatieken Agaleffer was. 'k peis
ierder dat hij un beetse kleurenblend was en dan
zem doaromme op de reedakse aliene moar penne
en un potluud gavve en gien pakske kleurstiften.
Hij zoet er anders nogal ne cierk van gemoakt ên.
Nen bleiwen toekan om moar ien ander veurbeeld
te geve. Dajeur hij was uuk nie vies om in zijn strips
wa politieke satire te steke zujals over den Ongoarsen
Opstand of de Suezkriesis. Nie dat' em doarom ne
ruuje was, ne witten of ne zwarte. 'k wete wel dat
hij zjuust gelijk Bernard Henry oltijd vrie girre op
Safari gink noar de liewen en olifanten van Afrika.
In het album de 'Geiwen satee' moake we kennis
mee Julien zijn alter ego niemand minder dan Jan
Spier. En op teinde stakt ons sleppe uit ons broek
en baktig' ons moeder ne guule stoapel woafels.
Jowan Athoniez ©
Armand Pien
Es 't goe were an de Zuid
En smijten de pompiers
mee sniewballen in ploatse
Van da brandse van dienen
hiete zoomer meej hulder
woaterslange te blusse.
Es 't kirmesse in d'helle en
Lijkt de weerkoarte de ruuze
van un spelleke veugelpiek?
't mocht op ne zondag regene
of stiene uit de grond vrieze
moar nuult niemand die 't weere
Giestiger veurspeldigde of Arman.
Hij was 't jij twie kiere getreiwd
Den ieste kier mee szijn vreiwe
en sekoendo mee de stroalstruum,
want hij kost jij doar nogal nen
buum over spanne over diene
stroalstruum; woar an dat'hij em
Weeral oa loate foppe oas zijn
weerbericht nie bleek te kloppe.
't mocht op ne zondag regene
of stiene uit de grond vrieze
moar nuult niemand die 't weere
Giestiger veurspeldigde of Arman.
Hij oat jij ne vrieje grute lochtijnk
Giene reuze pompoen, luulkste
tomatte of kurieuze koerzjette
Of 't kwamd uit zijnen groenselhof
Gien volkse spreuke over moartse
buien of iene van de drij ijsheiligen
of hij bracht ze wel ne kier te berde.
En al wierd de wijn zoet zunder vurst
Al mocht het op ne zondag regene
of kasseien uit de grond vrieze
moar nuult niemand die 't weere
Giestiger veurspeldigde of Arman.
Jowan Anthoniez ©
Robert Hozee
Mee permisse gezeid, al ben'k giene gediplomeerden alvekoat
Oast er iene en decoroase verdient es't wel Robir Hozee
Weliswoar postuum, want veur bij 't leven est helaas te loat...
Onzen betreurde conservator van de Schune Kunsten Musee
W' hem hem allemoal gekend als ne lwajale en ne flegmatieke
't Was nie veur niets dat hij goe thuis was in de Britse kunst.
Hij kost al ne kier gritte, moar in de fond ne gule sympathieke
(Zuu ne gèwen ierepennink zoe dajeur moar ne kleine gunst
Zijn veur ne klepper, die tandem was mee Paola heuren Hoet.)
Twie begoafde expoziesemoakers die indertijd tupetegoare
An 't Citadelpark iene muzee dielden. Hozee, die hier eigen
Als 't hij was, Antwirpe liet schiete veur zijn Gent. Gergoet,
Connaisseur d' Art, veur d' herinneringe dieme bewoare,
An die schune tentuunstellijnge om kiekevlies van te krijgen.
Jowan Anthoniez ©
Vina Bovy
De mieste mensche ontèwen moar van ’t snoens
Tot den twoalve. Oas gulder neu klapt van Bovy
Toens peize ze subiet an diene galjar die op den
Teevee reeklamme moakt veur zijn Keukens en
Ze kenne gien iens mier Vina, de beste zangeresse
Die Gent uult ee vuurt gebracht. Ze was veur ons
Fiere stede wa da Edith Piaf was veur Frankrijk of
Maria Callas veur Griekenland, un échte diva.
As klein meiske oas ze eur uure te luistere geleit
Noar die vrèwen van den mosselbuut die uit ne
Schepiemer ulder mosselkes verkochte en doarbij
Om ’t volk te lokke oltijd ulder zelfde liedse zonge.
’t Was achteraf genoeg dan de mensche da ‘d irke
Uurdigen of die mosselwijve mee hulder rollende
Erre verkuuptigen uit diene schepiemer mosselkes
Van de moande september tot mee Poase in april.
Vina Bovy zij oa giene mossel van doen om al mee
’t charisma van eur getalanteerde stemme al rap
De gruutste sterre van den opeera te worde en wel
Van de Scala in Milaan tot in het verre Neew-York.
En lange veure da Borg mee szijnen hof en Lamberichts
Den uitgeverswirreld veruverden mee biografiejen, oa
Deleersnijer (allichte nen andere dan den diene van den
Opel op Ledebirg) een boekske griet over La Vina Bovy.
Jowan Anthoniez ©
Michel Casteels
Kzoe k'ik Michel Casteels van de Muije nuult nie persuunlijk
ontmoet ên, dat nie woare da'k ik as jonge gast nog veure
De Zwijger oa geschreve. Om da'k nuult ne vrieje babbelirre
ben geweest, was da veur mij 't iedeejalle bladzij, nen druum
Die wirkelijkheid wierd. 'k schreve zu gezeid stukskes in mijn
eigen handschrift, moar hoe minder woorde da'k er an vuil
moaktige en hoe mier da'k mijn muile kost èwe, hoe mier
da'k der veure wierde betoald van Jowan zijn broere Koarel.
Kochtige mij van die lakskes van Tensoplast veur op mijne
mond te plakke en k'verdiendige mier azuu dan mee gule
doage over de brugge van Marjakirke te goan doppe. Want
de stempel da gave z' in 't Kastiel van het gemientenhuis.
Op ne noavend was ter in den Hotsy Totsy ne veurdracht,
un konfeeranse van 't Vermeylenfons mee uuftreedakteur
Jowan Anthierens. Wa doede. Ge pakt euwe roeste velo om
ne kier te goan urke wa dat diene mens zual te vertellen hee.
Achter un poar whieskies was 't jij rap uitgeklapt en gingt
jij em an un toafel goan zette. En 'k zatte 'k ik doar uuk
mee 't Wit Konijn Lauranz De Keyzer en mee nen hiere
die schuil gink achter het pseudonymus Piet Korrel.
Want gelijk da Loewie Pol in de Veuruit un Boontje had
veur de kleine vermoakelijkheden van 't doagelijks leve
zuu hoat jij Michel Casteels de geweunte om alles en
vooral zijn pakske friete te pakke mee ne korrel zijt.
Da Michel gebore en veural getooge was an de Muije,
tupe mee zijne kammeroad Albir Brysse, koste doar
duidelijk zien. An den 'toog' emme doar alle viere
nog ne whieskie of un pinte, jij nen dreupel gedronke.
Jowan Anthoniez ©
Marc Hebbelinck
Bibi hiere, bijgenoamd 't Lam Gods, zoe 't Lam Gods
nie zijn oas 't hij nie somwijle un paroabelke zoe
vertelle, un schuun vertellingske woarover dan de
mensche ne kier of twieje moete peize en noadenke.
Zu wierd er hiere in Gent ne zekere Marc Marcel
Hebbelinck gebore en 't was zijn voader en moeder
opgevalle dan de mensche diene kleine mee huldere
venger girre un handze gave, 't zoe loaters blijke.
In dienen tijd, we klappe over de joare tfijftig tzestig
oade in Gent twie nirrinkdoenders die Hebbelinck
hietige, ne velomoaker en ne gazettewinkel. en de
kleine Marc groeidige op tusse de sloefe sigarette.
En terwijl dan de mieste andere gaste van zijn êwde
veur hulder plechtige kommuune ne velo krege van
de velomoaker Hebbelinck, kreeg tjij van zijn voader
veur zijn gruute kommuune un pakske groene Michel.
Un ecologiese flokke vrient gezond en milieubewust,
die blijk gaf van un zekers angazzement, en woarmee
dat hij als twoalfjoarige den dampkring hersteldige
van neefaste dinges zujals zure rege en ozongoaten.
In 't begin versliktig' hij em in zijnen hoest, moar nog
gien moand derachter, kocht hij hem mee tzens veur
de kwaffeur zelven uuk un pakske sigarette en begost
jij zijn hoar te loate groeie gelijk nen halven hieppie.
Hij leesdige en studeerdige fielantropie, pieskologie,
fielosofie en theosofie, verdieptig em in het Sanskriet
en de Sumerische kultuur, ging dop reize noar achte
van de zeven wirreldwonders en zag zuwoar het licht;
Gingd op zoek noar het nierwana in den uursprong der
beschoavinge en ieverans tussen den Eufroat en den
Tigris vriegt hij doar an wa Hindoes mee un smoele
gelijk un gestreke mastelle de WIG noar het GELUK.
En die Indiejers gavven em oltijd moar tselfste antword
"Ziet ge de top daar van de heuvel... afdalen en vervolg
uw weg naar rechts of links." Bij zuverre dat hij op den
duur mee zijn twie voeten op de grond in Gent stond.
Jowan Anthoniez ©
Rudi Moeraert
Ze zegge soms dan alle goeie dinge uit drije bestoan
en wie benne kik om die woarheid tege te spreke.
Edde in eu leve één schune madam, tons edde der
miestal drije, noar Canova zijn fameuze drij Gratiën.
Pak neu moar simpel mijn eige sietuwoasse, mijn
vrèwe Erika, mijn dochter Athína en Marie Valieske.
Ne minstens even grute bewonderirre van de schune
schepsels gesprotten uit Adam's rebbe es de Rudi.
Ne zjoernaliest puur sang die de kunste verstoat
om te schrijve meejen luisterend uure en zijn herte.
En iene die weet woar dat de klepel hangt as uuk
de klepel van de belle in het kaffee De Belleman.
Moar zuals gezeid van die schune momente zoals
doar zijn: drij Moeraerts rond de genumeroteerde
Ballen van den Amerikoansen biljoart: Mugo, de
grafieker, Zak de kartoeniest, en Rudi de schrijver.
Ter doed un uurban legende de ronde as zoet jij
persattachee zijn van voetbalclub den Anderlecht.
Terwijl dad iedereen weet dat jij nen vuurige en
oprechten suupporter is van onze eige Buuffaloos.
oak mij nie bedriege eet jij nog scholle geluupen in
't RITCS, want 't leve es gelijk ne film, un trilogieje.
Jowan Anthoniez ©
MM
Kamagurka
Kamagurka
Aniemeert
Mannekes
Amuzante
Gedrochte
Uyt
Roare
Kwiet
Assosjoases
Jowan Anthoniez ©
Lut Depaepe
Oas ge Zanpiejir Cloquet meugt geluuve
(nen achterkozijn van den architect van
't Postgebèw mee de wirreldtentuunstellinge
van dertiene) moen al die toeristiese gidse
van 't stad Gent vrieje gevoarlijke mensche
zijn. Want tieste wa dat' jij zegt as onthoaler
van Seinboafs: "Schrik niet ik ben geen gids"
'k moak oltijd da'k mijn rolle weesseepapier
bij mij ên moest uk in mijn broek doen en
un kogelvrije veste... ze zoe mij ne kier kwoad
moete bezien mee heur blèwe bune van uuge
iedre kier da Luutse De Paepe eur opwachtinge
moakt as Veurzitster van de stadsgidse mee
un kladde leppelezers die an eur rokke hange.
Zuu geluvig ben uk neu uuk nie want z'ên mij
wille wijsmoake da ze tzeventig joar zoe szijn.
Da kan nie. Want nog nie zuu wrie lange gelên
ee ze mee mij en schijnboar un achterkleinkind
van bondskanselier Willy Brandt, un zekere Els
die veur Radio Twieje wirkt, mee ne micro, alle
444 trappe van den tore beklomme, oas guul
da wrie huug spel nog nie in de steigers stond.
Eur èwers moen jij kaffee gèwen ên ieveranst
in Gent, z'hee guul da verhoal ne kier vertelt
in Man bijt hond, oa 'k mij nie bedriege. Want
'k lagge in mijne zetel ten helft te sloape, oas
kik wakker wierde en bij mijn eige zelve zeje:
"A kenne k'ik die stemme" Ja, van eigens 't was
Luutse die 't veur iene kier veur den Teevee
stond uit te legge en nie an ne groep toerieste.
Jowan Anthoniez ©
Murielle Scherre
In mijn hoedoanigheid van poweet en schrijvelirre van
luchtige stukskes zit uk eu zuwa in dezelfde poziesse
as Muriejel Scherre. Zij moakt lijngerie en ikke powezie
moar om goe te zijn hee't alle twieje nie vele om 't lijf.
't komt er veur ons alle twieje op nere om de mensche
en in zonderheid de vrèwen nie in hulder hende en al
guul zekers nie in hulderen blute te zetten, moar om
doarantege mee weinig an vele uitdrukkinge te geve.
Want in ieder spel koarten zitten der troeven en 't komt
er veur ons alle twieje op nere om veur gien mizere op
toafel, noch solo slim, moar veur un beetse te pokere
en abondanse te goan en dus uuk un beetse te liegen.
En om de zeggingskracht te verhugen goame wij nogal
plastisch omme, nie van noaldeke tot droadse, mee
veel vijven en zessen moar geven wij van tiene negen
acht op wa da'k zoe noeme de zone van de woarheid.
Niet in 't lang en in 't bried, zuals ne kliermoaker of ne
Ruussiese roman, moar toe de pojnt, veur Muriejelke
un beetse Kant, veur mij desnuuds un flarde Hegel,
moar oltijd de filosofieje indachtig: Uuge veur detail.
Jowan Anthoniez ©
den ienige échten Gentsche stadsdichter
stienkapper van Gentsche Koppen
in de schune gallerije van de Sosseteit
Junior Bauwens
Ge kunt nog gezond en wel zijn en toch ol guul euw leve
op de Elyzeese Velden weunen. Want Gent es nie duud,
moar wel gruut. Zuwel veur de muziek, de Schune Kunste,
de fielm of de sport es Gent bekend as ne wirreldstad.
Wie hee't er passeerde joar den Tour de France gewonne.
Nen Engelsman, moar in feite ne Gentenirre. Wie hee't er
doar een anvoaringske g'had in Moscou, un Armeense
moar in feite un echte Gentse... Barbara Sarafian. En de
King of Boxing van Thailand Malem??? ne Gentenirre.
Op zijn T-shirt stoat geschreve: Alle 4 Mom. En mom moe
nogal eure pirre gezien ên mee heure kruust-, en heloas
gien rijk gezin. Zu vier kadees... het verhoal es ondertusse
genoeg gekend. As uuk de story van boxeur Junior Bauwens.
Geef toe ons Gentse toale liend 'hem doar un beetse toe.
Un muuke, un kezze, ne klop op zijne kop; un doeffelinge,
nen tsjonk langs hier un koaksmete langs doar, un pirre op
zijn muile, en mee zijne rechter nog nen trok, vive l'Amour.
Jowan Anthoniez ©
Tom Simpson
In den tijd dan ze prezedent Kennedy vermuurd ên en
meschiens uuk Marielijne Monroe oade gij in d'Elfde
november stroate in Marjakirke 't wijnkolke van Anna
mee ruukgerief veur de manne en spekke veur de kinders.
't er zatte van die filmsterre bij de Rizla-bloadskes en
nog veure dan de dieje van Pannini begoste mee hulder
plakboeke waarveure da de prenzjes in zakskes moest
kuupe, bestonden der al ierder zantjes mee coureurs.
't was in 't joar 1964, tons da zuwel RIk Van Looy, Merckx
en Van Steenbergen op zijn twiejenviertigste nog een poar
moanden tupe veur Solo Superia reejen en omda'k tons
de wijnpokken oa krege' k ziek geweg die zantjes van ma.
'k woare nog moar ne schup huuge en kendig' ol beter de
coureurs op den TeeVee dan Fred De Bruyne en 't er was
doar iene bij nen Engelsman die uuk bij op ons de gemiente
weundige in zijnen trui van wirreldkampioen: Tom Simpson.
Een poar joar loater, zei mijn voader, Joël van de gemiente,
dan ze diene coureur uuk vermuurd ên, mee vuiligheid van
den apotheker dien ze an die gaste geve en de koers dien
ze veel te lastige moake veur nen duudgeweune stirvelink.
'k zie em neu tientalle joare loater nog altijd zwijnsele op
zijne velo op de Mont Ventoux, alsof dat'hij ne klop op zijne
kop oa gekrege van de lujen zonne. (nvdr weduwe Simpson
hertrouwde met die andere Britse wielrenner Barry Hoban)
Jowan Anthoniez ©
Guido Lauwaert
Geeft dichters een podium
Uit Mechelen afkomstig
Inwoner van Kouterbos
Drager van menig hart
Om Gent gedicht samensteller
Liever meester in de hel, dan knecht in de hemel.
Aan Luc Philips veel dank verschuldigd.
Uitvoerder van Job op de mestvaalt
Woordkunstenaar
Auteur van de Spookrijder van de Lemméstraat
Elsschot-kenner
Reiziger naar het einde van de nacht
Theaterrecensent voor Knack
Jowan Anthoniez ©
Bayram Özdemir
Omdadde patatte in de pelle
nie moe schelle
Bayram Ozdemir d'eu over ons
Omdad' ons vrèwe un tsiepmuile es
oas ze andjuun moe fijne snije
Bayram Ozdemir d'eu over ons
Omda sakrijkruid uit de grond komt
en wij uult in de grond goan
Bayram Ozdemir d'eu over ons
Omdad' al die karottentrekkers
zu wried kunne wurtelen
Bayram Ozdemir d'eu over ons
Omda Pier Pol Rubens zijne pirre gezien ee
mee zijn Belle Hélène Fourment
Bayram Ozdemir d'eu over ons
Omdamme dezer doagen nog veel te poffen
kastoanders in 't vier ên ligge
Bayram Ozdemir d'eu over ons
Omda vroeger de kinders uit de saveuje kwamme
en neu mee weeën uit hulder moeder
Bayram Ozdemir d'eu over ons
Omdamme ol ne kier pruime zegge
tegen un sjieke toebak
Bayram Ozdemir d'eu over ons
Omdan de mieste boxeurs de blomkule
hulder urens uitkome
Bayram Ozdemir d'eu over ons
Omdamme wij van groene selder en ruje peperkes
in bedde beter prestere
Bayram Ozdemir d'eu over ons
Omdamme ol ne kier zuu zat
of ne patat woare
Bayram Ozdemir d'eu over ons
Omdamme veur in den hutsepot nog ne
pastinoake ên vergete kuupe
Bayram Ozdemir d'eu over ons
Omdamme nie tot in der iewe goan vuurtdoen
mee ons lietanieje over groensel en fruit
Bayram Ozdemir d'eu over ons
Jowan Anthoniez ©
Gerard Mortier
Doames en hiere, ter doen de wildste geruchte de ronde
over d' origine van Gerard, Zeerar Mortier. Hij zoet jij
gelijk de kleine Casteels en Birke Brysse afkomstig moete
zijn van de Muije. 'k ê ol g'huurd dat jij de zeune zoe zijn
van den poliessen inspecteur. Moar omda' em ierder kenne
as ne Sjoarel dan ne Koarel, ê 'k doar eu zu mijn twijfels bij.
Mislijt bij de geborte zujals destijds Mozes in zijn mandeke?
Ne vondeling dien ze gevonden hên in ' 'n schofke op het
kiekeskot van den opera? 't Dwoaste da'k ol g'huurd ê, es da
't jij zijn eige twielingbroere zoe zijn en dan' ze den originele
nuult nie were gevonden ên, gelijk 't paniel van d'Onomkuup-
boare Rechters, uuk nie. Allez, we zullen alleszins blijve zoeke.
Un achterwoarstrigge komt mee den achterklap af da zijn pa
bienèwer was. Alloo, diene sloagerszeune mee da brilleke,
da 'd es wel Tom Lanoye. Ter es uuk un Boabelse verwarringe
mee de Van Koakebekes (huldere Rudy ee nog schepene van
kuultuur geweest)_ as zoet jij van de melkboer zijn. Verkierd.
Moest hij van de melkboer zijn hij oa Verbeek g'hiete. (1)
Volgens den Marc Van Hecke, geluidspeesjaliest die uuk overal
zijn uure te luistere legt, es Zeerar de zeune van den bakker.
Alles es meugelijk natuurlijk moar van Arne Sierens zoede 't
uuk peize dat' jij van den bakker es en t'es uuk nie woar!!!!
Wa dat er uuk van zij, 't leve es moar gelijk een veurstellinge
in den opera. Zonder un Deus ex machina kome z'eu op nen
dag van hier bove mee un liere hoale en zijde 't kind van de
rekeninge... gelijk in ne kruijenierswijnkol.
Jowan Anthoniez ©
(1) Toespeling op wielrenner Frans Verbeek, wiens bijnaam
'de melkboer' was
Michel Bracke
Tiekenirs da szijn gelijk muzikanten, g'êt er van
alle sorten in. Ter zijn der die mee un poar lijne
iets kunne schetsen en andere die hoarfijne hoast
wiskundig tiekenen, mienuusjeus gelijk architecten.
G' êt dessinateurs en illustrateurs; kartoeniesten
en roare tiesten, karikaturiesten en portrettiesten.
Grute artiesten en zondagsartiesten, de dieje van
't Panteejon as uuk de dieje van de Groenselmort.
Den iene ontwirpt de mode, den andere un rolle
bejangpapier. Ter zijn grafiekers bij, lithografen en
Xylografen en Steffi Grafen. En de Graf van Monte-
Christo die alles tiekent om te kunnen amballeren.
Moar van nen tiekenirre ziede oltijd an zijne persuun
dat jij nen tiekenirren es. Z'ên zu iets speesjals over
hulder, nen schirpen blik, nen kurieuze neuze as uuk
hulder hande die mee un stukske potluud den afstand
en de verhèwingen aftasten. Ge komt ze soms tegen
op hulderen troage velo, ze zitten te mijmere op un
bankske en oas ge sjansen êt, vinde ze op 't hoekske
van den tuug van 't kaffeetse van 't Huis van Alijn.
Jowan Anthoniez ©
Willy De Clercq
De KROLLE
Jowan Anthoniez ©
('t kortste gedichtse van allemoal)
Lily Castel
't roare an de mieste pseudoniemen es dan ze miestal
gelijk un tanghe op un virken passen bij den échte noam
van den artiest. Ge weet toch da Micha Marah in 't echt
Aldegonda Leppens hiet. En die Leppens es in heur geval
nie iens op zijn Gents geschreve. Lippens was ne paster.
Van ons Lily Castel oak oltijd gepeist dasse zij mee heuren
eigentlijke noam Liliane Van De Casteele zoe g'hieten ên,
moar ze noemt zij feitelijk Alice Van Acker. Alice zjuust
gelijk Alice Cooper en Van Acker gelijk Roos Van Acker,
da pertig en welbesproakt chiromeiske mete drij tetses.
'k zoe Alice nuult in levende lijve gekend ên da't nie woare
damme wulder (mijn vrèwe en ik) nog nen tijd op de Brugse
Puurte an 't Fonteinepleintse ên geweund en da ze mij de
zondag noar de boerenmort stuurdige op Tsjarrels Pépéplein
en achter botterkoeke noar diene bakker in d' Appelstroate.
Lily Castel moet doar vaste kalant geweest zijn want heur
Boules de Berlins kwamme van doare. Heur schuun snoetse
hoat jij ook ol een locht pleujrokske, moar zes tons uuk ol
ne kier un zjeeneroasse èwer of eu twij. En ze zagt er oltijd
uit of da ze zjuust were was van un vliegvakanse zuu bruin.
'k vond heur eu zu wa d'alluren ên van un Jo Leemans en
de kwaffuure van iene van de Folies Bergère mee zonder
pluime. Z' ee guul heur leven un vaste wirde geweest op
de podia van de Gentsche Fieste veur de liefhebbers van
heur genre. En d'ienige Gentse uult op 't Eurosongfestival.
Jowan Anthoniez ©
Elsa Gyssens ‘Katriene de Spekke’
Ik ben gienen gruten amateur van sneukelderije
Katriene de Spekke oa d’an mij ne slechte kalant
‘k ê liever ne kier un ves’ irbeeze as lekkernije
Da d’es zu doanig hard nie veur mijnen tand.
‘k vinde k’ik niets tof aan zune chocotof
En zujen stuk noega es uuk mijn toeche nie
‘k zitte liever mee ne krimdeglas in mijnen’hof
Of op un klein zonnig terraske in Rimini.
Thuis bij de kaffee loat ik de cuberdons
An mijn vrèwe, ‘k goa mij nie zette sabbele
op kientsessuiker, babbeluten of Napoleons.
K’goa mij nie op kroakamandels zette knabbele.
Uuk al vinde de zoete muilkes mij ne roaren duiker
‘k goa gien karamellegedichtses schrijven over suiker.
Jowan Anthoniez ©
Beste Evi,
Omdadde ten onrechte gien Olympische
meedoalde et gekrege
Evi Van Acker
Oas ge moe van euw wirk thuis komt en
euw vrèwke ee girnoartkroketses gebakke
Eviva Van Acker, get gij de wind in de zeile
Oas ge van euwen boas onder eu klute gat et
en euwen beste vriend trakteer d'eu mee nen Orval
Eviva Van Acker, get gij de wind in de zeile
Oas ge ne splenter in tsoepke van euwe venger et
en ge krijgt er em schune mee un noaldeken uit
Eviva Van Acker, get gij de wind in de zeile
Oas ge mee euw loetse in 't park op un bankske zit
en de wind es an 't spele mee al die koeleure van bloare
Eviva Van Acker, get gij de wind in de zeile
Oas ter un luulk wijf vier veur heur sigarette vroagt
en ge kunt zegge dadde gij niejen ruukt
Eviva Van Acker, get gij de wind in de zeile
Oas ge moet lupe om dad' ol te loate zijt veur euwe loatsten trein
en g'huurt deur d'ooparleurs dat hij uuk vertroagenge ee
Eviva Van Acker, get gij de wind in de zeile
Oas g'in de middel of noweir op vwajoaze in un taverne zit
en g'huurd doar 't favoriete liedse van oas ge jonk woart
Eviva Van Acker, get gij de wind in de zeile
Oas ge de zondag morgent in een Hollands stadse luupt
en ze liggen doar ollemoal duud op hulderen buik
Eviva Van Acker, get gij de wind in de zeile
Oas ter doarantege un schune mokke vier veur heur sigarette vroagt
(ge kunt oltijd stekskes bij ên veur un kisse bij den heiligen Antonius)
Van Eviva Van Acker, get gij weerol de wind in de zeile
Jowan Anthoniez ©
Romain Deconinck
Guido Lauwaert weet da van mij, 'k ben nuult giene
wriejen tonielganger geweest. Om guul ierlijk te zijn
tes gelêjn van te moete op 't scholle van Sint-Lieves
en derachter van den tijd van Matobez en Choseken.
Choseken da was de jeugdkluup van Marjakirke en
was gelegen rechtover 't seminoare an 't kapelleke
en veure de brugge noar Drongen. Ter woaren doar
twie achterlijken die da spel openhielden en nen bak
Of drije bier. En omdadde doar nie veel mier kost doen
of pokeren in den tirlingbak en ne kier wa veugelpiek
kwam tjij Walter de Fliek op 't lumineuze idee om toch
uuk ne kier wa de Gentsche kultuur op te goan snuive.
Matobez da stond veur Marjakirkse Toniel Bezoekers.
Nie alliene serieuze stukken in 't NTG, moar uuk al ne
kier noar 't GAT, het Gents Amuzementsthejoater van
Eddy D'Haese en uiteroard uuk noar den échte Minard.
Woar da Romain De Coninck neu nog oltijd en terecht
zijn bronzen standbeeld ee. ‘k Hielde veural van zijn, wa
da'k zoe noeme Gentsche Agatha Christies, mee ol ne
kier un muurd erin en Romain zelve als un kruisenge
Van inspecteur Colombo en Poirot. Z'en doar loaters op
den BRT nog de Kolderbrigade op gebaseerd mee te dieje
die oltijd heuren bril moest opzette omda ze nie wrie goe
huurdige. Romain en Leo Martin, ons twie lollekeshieres.
Romain en zijn bonbonjeirethejoater, we mankeren hem.
Zijne noamgenuut Herman De Coninck oat de noame van
den dichter te zijn. Moar powezie es guul iets anders dan
schune schrijve veur de meiskes. Romain da was de poweet.
Jowan Anthoniez ©
Dille
Da strijkt de pleuje in zijn broek
en de kruken uit zijn hende, want
De nieuwe vent es zjuust un vrèwe
Geef d'hem ne paltoo, hij ee kèwe
Da plast niet wild tegen ne fliek zijn schene
moar bij hem thuis op het gemak, want
De nieuwe vent es zjuust een vrèwe
Geef d'hem ne paltoo, hij ee kèwe
Da doet de schottels op zijnen alliene, binst
da szij op heur sloefe de gazette leest, want
De nieuwe vent es zjuust een vrèwe
Geef d'hem ne paltoo, hij ee kèwe
Da raij nie op un bieste van nen Harley, moar
op ne triporteur mee kiendzjesbak, want
De nieuwe vent es zjuust un vrèwe
Geef d'hem ne paltoo, hij ee kèwe
Da moakt eu zu nuult ne kier van zijn klute
moar zegt moeke tegen zijn eige wijf, want
De nieuwe vent es zjuust un vrèwe
Geef d'hem ne paltoo, hij ee kèwe
Da rolt gien bouletten op zijn busthoar
moar eet Zweedse ballekes in Ikea, want
De nieuwe vent es zjuust een vrèwe
Geef d'hem ne paltoo, hij ee kèwe
En uiteroard, hoe zoede 't anders wille
De nieuwe vrèwe es zjuust ne vent
Kijk moar noar Prins Tsjals zijn Camille
En noar kloeken Dille bij ons in Gent.
Jowan Anthoniez ©
Athina Anthonis
In tnegentig wierd mijnen uugappel Athinatse geboren
anders dan van de joare op nen woarme twintigste zjule.
Een wrie wijs kind, gienen dwirg en uuk gienen Eifeltoren.
Z'es nogal kieskeurig wa betreft de jongens, 't moe ne gule
Zuuste zijn. Z' ee uiteroard gelijk da z'heur nie den ieste
den beste pakt. Marginoale luulkoars passere der genoeg.
Meschien luup ze wel iene op 't lijf op de Gentsche Fieste.
Moar 'k peize nie da s'em zal vinde tusse den uup in kroeg
Der ellende. T'es nie omda' ze zij deur een leeg biergloas
de wirreld bekijkt deur de visuugcamera van de lomografie
da ze zelve zat moe zijn om over te lupe van creatieveteit.
T'es 'n schuuneitsspeesjalieste moar z'ee uuk ol wa koas
gete van lesse geve an de kleine gaste. In eur biografieje
kunde verder leze dasse in 'n hotel zurgt veur het ontbijt.
Jowan Antoniez ©
ne kier ne gelierde perfesser
Herman Balthazar
As den dag van gisteren herinnere k'ik mij nog
Ten Huize van mee perfesser Herman Balthazar.
Zujals oltijd geprezanteerd en aaniengeproat
deur Joos Florquin. 't was zjuust achter nieuwjoar
en 'k peize dan ze ter un beetse veur gedoan oan
want Balthazar was tjij tenslotte iene van de drij
keuninge en zijn zeuns verklied in de twie andere.
Onze perfesser die dajeur tons uuk un poziesse oa
bij den BRT gaf zijnen grute chif un beetse loef deur
te zegge dat jij zeune Nic noar Nic Bal oa genoemd.
('t zoa loaters blijke) Binst dad intervjoe van Florquin
zatte z' allemol de zondagnoene noar 't sport op den
BRT te zien. In dienen tijd oade nog gien sponserijnge
en moakte den BRT sluikreeklamme veur zijn eigen.
Oas da neu toeval was of nie Koarel Mommens was
zjuust bezig commantoar te geve bij den bieljoart,
ien van hulder favoriete sporte, mee un grafstemme
zudoanig dadde t'eigentlijke intervjoe binstije vuurt
kost volge. Ze gavven uuk nog ne kier un soamenvat-
tijnge van Parijs-Roubaix en ge zag Herman zijne zeune
Nic supportere veur de Planckaert (tzoe loaters blijke).
Moar tussen alle flèwe grappen deure wierde w'uuk
guul wa wijzer over de schune luupboane van Herman
Balthazar. Over zijn speesjalisoasse in de modirne en
modirnste geschiedenisse. Over zijn aandiel in den
uitbèw van 't sosjaliestiese Arsjief en Musee AMSAB
Over zijn talent om te spietse en over zijn ambiesse
die 't hij zoe woar moaken as Uustvloamse Goeverneur.
Jowan Anthoniez ©
Eddy Levis
Den ieste kier da'k iewige jongeleng en patron
Eddy (Merckx en Planckaert woaren zijn twie
pedoalridders) Levis in 't echt zagge, was ol in
zijn hoedanigheid van prezedent en wierd jij as
dusdoanig ganonseerd deur iene van 't stadhuis
die verkierdelijk peisdige dat de heer Levis den
assosjee zoe szijn van d'ieste jeans Levi's. Diene
spieker oa 'd in de klasse nie goe opgelet binst zijn
Fransche lesse over ortograf _(den Amerikoansen
broekventer Levi's wor mee 'apostrof geschreven.)
't Omgekierde zoe'k ierder keunen anneme. Omda
de prezedent der Gensche Sosseteit (woarop dan
dajeur uuk niet-Sosse welkom zijn) in al wa dat' jij
zegt en schrijft miesterlijk de koeleur local van het
schuun Gensch in de virve vermeugt te zette en het
kleurpalet van ons aller dialect tussche de kanten
van de Brugsche Puurte en de Muije as twiede in de
Kunst (achter Van Eyck en de Vloamse Primitieven)
weet te schildere. Was ter ne liepen entrepeneur van
een fierma die virfwoaren produceert, die de noam
Levis op hulder blekken en potten ee loate zetten.
En toens nog iets. Ter es in de media oltijd moar zu
veel commosse over het gezin Filee de Sax. Die 'n
luulijke strepe deur de rekenijnge zoen zijn van den
belastingsbetoaler. 'k Goa eu zegge: de stroate lupe
vol mee alle sorte plantrekkers woar damme moete
veur betoale, damme die ien famielde der uuk moar
zulle bijpakke. Die lollekestribune van 't Parlement
en die puppekasse van Loaken, mee twie keuninge
en drij keuninginne (nog slechter dan 'n schoakspel)
T'interesseer mij nie. Zulange damme wulder hier in
Gent moar de vrijdom ên van nen eigen prezedent.
Jowan Anthoniez ©
André Deraeve (alias Spanders)
Get mensche diede van hoar noch pluime kent.
Get er uuk die d' alliene moar kent van hure zegge.
En get er tons uuk diede goe gekend et, moar
woarvan dat de kameroadschap es verbuumd.
!k ê zu nogal toamelijk goe ne Marc gekend en om
da Marc, de snoarentrekker van keunink David, em
uuk ee gekend, vrieg 'k em hoe da 't nog was mee
de Marc... hij ging het ne kier an den Marc vroagen.
'k moe eu nie zegge zeker dadde mee al die Marken
de kasseie kunt legge om nog te zwijge van al de
dieje die Jowan hiete. 'tselfs van de Jannen Briers en
Hoet edde der twieje. Moar get moar iene Spanders.
Rina Ketty ee in den tijd nog 'n gekend liedse over
hem gecomponeerd: Zatten Andre. Begost as garçon
van bij Sint-Jacobs verhuizdig' hij noar 't mosselkroam.
Nie over klappe moar inlappe; blomkule, 't zal wel zijn.
Nie pleuje stoat er op de tramkoarte. Hij was 't jij lid
van den dutsenclub en ne stroppendroager. Zot van
de vrèwen moar hij eet er nuult giene kunnen èwen.
Anders gien Spanders, hofleverancier in uitdrukkijnge
Jowan Anthoniez ©
Pascale Platel
Tes nie omdadde vroeger nog een fee geweest zijt
dadde neu, gezien de omstandigheden
bij de kwaffeuse in de Libelle moe stoan.
En zijde gij da wel op diene foto
'k peizdige k'ik iest datta
Sharon Stone was.
Van ieder cabaret
Zijde gij oltijd het meiske
mee het tuverstokske.
Get een veurdiel op al andere vrèwen
get een wonde minder
om eu gekwetst te voelen.
En in tegenstellijnge tot
alle andere vampe
krijg eu k'ik van eu de krampe
van 't lache meej euw
pruilmoentse Gents.
Jowan Anthoniez ©
Oscar Bonnevalle
"'k Zal mij vasthèwen an de numeroos van d'huizen.
Oa 'k nog ne kier an de Pijnoartkoaje passere
zal 'k ne kier langs kome. 't Geef toch nie oas 'k
a zu moar kom Binnevalle." zeid Oscar Bonnevalle
an den telefon tegen Philo de Philatelieste, de
vrèwe van Pol de Pijpe, Postmiester van Gent 11n30.
Philo de Philatelieste die kocht alle nieuwe tembers
die d'er uitkwamme. En omda da Postze an heur deure,
moar un kantuurke was van 't elvendertigste knuupsgoat
was da doar oltijd dezelfde an 't giesjet. Van 't ien kwam
't ander. Oas g' elkoar toch alle doage ziet, zijde om den
duur d'er mee getrèwd.
De vonke, kwam bij 'n tentuunstellijnge in de posterijen
van Oscar Bonnevalle, die niej alliene nen tiekenirre was
van affieches en ne kunstschilder, moar uuk ne postzegel-
ontwirper. Uiteroard van de Belgiese, moar uuk van die
Afrikoanse lande zujals Ruanda, Urundi en Burundi, die
allemoal in den anviron liggen van de Congo.
Wilfried Martens ee 't doar in den tijd 'n handze g'had.
Nie van de Sosseteit, moar van Mubutu tseetsee Choco.
Jowan Anthoniez ©
Frank Beke
'k peize op anroaje van Walter De Buck, oan ze hier in Gent
't idee op gevat om ne kier iets te doen veur hulder eigen
artiesten en om iedre zoaterdag un openlucht galerieje in
te richten op de mort van Ledebirg veur Gentsche kunstenirs.
Ter viel wa veur te zegge. Get immers hier in Gent veel artieste
die nie goe genoeg zijn veur 't SMAK, moar uuk te goe szijn om
der ieverst in d' achterzoale 't expozeere. De veuroavent van d'
openijnge stond Jacky an mijn deure oas 'k ne sketsj kost moake.
Want burgemiester Frank Beke himself kwamt den aftrap geve.
Ik in anterprieze noar mijne zolder: un halve puppe gepakt, un
zoage, un valieze en 't toeval wil da'k uuk nen échte bloezon aa
ligge van un airhostesse van Sabena. Nen boek koarte en 'k koste
nog rapraprap mijne sketsj schrijven. Beke komd op. 'k leze zu
gezegd zijn 'Tarot'koarten. 'k loat 'em un koarte kieze en mee 'n
schoare in twieje snije. Ter vald iets. Un zoage. Zijn koarte es de
harten vrèwe en in de valieze vindt hij zijnen halven trèwboek.
Jowan Anthoniez ©
(vond ploatse op zoaterdag 13 juni 1998)
Patrick De Witte
Den allerieste Rockartiest die 'k gekend ê was
Patrick De Witte, drummer bij Swift. Wat da't
jij Bobbie veur Kuifke was, da was Swift veur
de kwiekjoaren van den Belpop: nen hond, de
Stratjee van zanger/gitariest Peter Heylbroeck.
Den tijd van Siegfried Bracke dan ze doar in 't
Sint-Lieves ollemol in 't knoapekuur van de kirke
zonge was dank zij PDW veur goe passé composé.
Want uuk Dirk Blanchart en iets loater Luc De
Vos, en doar noar 't scholle geweest. De mieste
zullen hulder PDW als muzikant veurnoamelijk
nog herinnere van den tijd van de Skyblasters.
Patrick oa d'uuk 'n ruim interesse veur weten-
schappe. Tupe mee perfesser Eetjèn Vermeersch
was 't hij lid van SKEPP, die de goegemiente wil
woarschuwen veur boerebedrog en kwakzalvers.
Moar bovenal was 't hij in 't begin bij HUMO en
loaters op allerlei fronte, 'n markante penne,
die vlijmschirp kost snije en als de beste kost
twitteren, tegen de leuterirs en de kankerirs.
Jowan Anthoniez ©
Karel Mortier
Veur al die mensche die in dezen tijd van krisies wa op
huldere portemonnee moete peize ê 'k ne gèwen tip.
Oas ge ne wrieje goekupen hobby zoekt, woarin dadde
tijd en energie kunt steke noar gelang dadde goeste êt
Kuupt hulder da boekske van Koarel Mortier getiteld:
"De Verdwenen Rechters" 22 euro's en ge zijt vertrokke.
Tes uuk un lucratieve bezigheid, ter zijnder ol zuvele die
de Lotto en de Joker, tselfs de Euromillions ên gewonne,
moar nog nuult gien iene die prijs g'had ee in de zoektocht
noar het paniel van de Rechtvirdige Rechters. 'k zal hulder
nog mier zegge: Koarel Mortier ee 't zelve nog nie gevonde.
Kan hulder uuk verzekere. Oas ge't vind moe de ne gulen
tijd nie mier goan wirke. En ze goan mee ne micro veur
euwen neuze stoan van hier tot in Tokio. Want om dien of
andere reden zijn al die Japanners blijkboar wried in da Lam
Gods gintresseerd... nog mier dan d' Hollandse busboeren.
Ten der ol wrie vele van Mortier afgeschreve, den iene ol
wa beter dan den ander. Moar gien iene, die de schrijfstijl
van de kommisseir in hem ee weten evenoare. Pakt er 'n
choclatoartse bij binst dadde an' 't leze zijt want t'es om
duimen en vengers bij af te lekken oas ge op 't spuur komt
van verborgen agenda's en hoe da iederien, iederien kent.
Jowan Anthoniez ©
Michiel Henderyckx
Op 't iereschavot van de fotografieje edde drij trapkes
Get Stephan Westfleteren, get Nic zijne Planckaert en
get Michiel 'kobo Jimmy' Hendrix.
Mijn dochter Athína es grute fan, as uuk d'amateurs
van ne zwoaren trappiest, van Stephan Westfleteren.
Ons Marij en heuren anhang suupportere veur ons Lieve,
Nic zijne Planckaert en tenslotte edde Wim en zijn bende
die het opneme veur Michiel 'kobo Jimmy' Hendrix.
't zijn natuurlijk alle drije gien prutsers, ze zoen anders
nie op 't podium stoan, moar wa da'k zoe zegge.
Stephan weet mij uuk te bekure, moar de tronies van
zijn gezichten zijn soms gelijk moanlandschappe en 'k
ben e k' ik Neil Armstrong nie. En pak neu Merckx, da
was toch ne coureur en giene kolmarsjan?
Nic zijne Planckaert heur foto's zijn mij veel te zjuust,
ze getuige mier van acribie dan van powezie en ze goa
mij net iets te farizejisch omme mee den medemensch,
Rudy Tollenaere zit van achter in de kirke.
Mijn persuunlijke veurkeur goa d'uit noar Michiel H.
Moest hij uit zijne joengensboek kunne stappe en wa
minder gelijk god in Frankrijk. Un beetse mier seigneur
gelijk ne Frank Beke en 'k zet em in d'eetalage bij hiere
zujals Doisneau, Kertèsz, Lartigue en Cartier-Bresson.
Jowan Anthoniez ©
Kris Martin
Oas ge ne veurbijganger op stroate anspreekt
't ieste dan z' oltijd zeggen es:
"k ê gienen tijd."
Wel neu de wirke van Kris Martin
ên soms letterlijk gienen tijd of zjuust wel
zujals 'n arloozje zonder wijzers
of moake gien lawijt
zujals 'n kirkhofklokke
zonder de klepel.
Get mensche mee oaksterugen
moar jij eet d'ugen van ne oakster
zu vond jij un madam heuren trèwrink were
hij moe honderd joar strafstudie g'had ên of zujiets
want ee jij guul den boek van Dostojewski
den IDIOOT over geschreven.
En gelijk dan d' echte Gentenirs de
Schoapstal zegge, tegen de Stadshal,
zu zegge ze de Kapstok tegen
zijn kruis op Sein-Boafs
Jowan Anthoniez ©
Freya Van den Bossche
Gie
potluud
ee
uult
zu
schune
het
sielhoewet
ven
het
portret
van
heur
postuur
kunne
tiekene
als
zij
zelve
diene
kier
mee
heur
sjieke
blèwe
laarsjes
Jowan Anthoniez ©
Iljo Keisse
In tegenstellijnge tot wa da szijne noam
ons zoe doen loate vermoede, es Keisse
giene coureur van mijn voete, moar iene
die mee zijn kopke rijdt in de puntenkoers.
Zijnen thuis es kaffee de Koarpel, gelegen
an de Sjarrel de Kirckhoveloane, en hij wil
d'ol ne kier zijn afkomste alle ier an doen
mee ne stirken eindjump, ne koarpelsprong.
Hij was goe op wig om in de buurte te kome
van Peter Post wa betreft gewonne 6-doagse
oas de behandelijnge van un snotvallijnge of
ne verstopte neuze em ne loer ee gedroaid.
Die piskijkers van 't UCI beschuldigden hem
mee un gruut woord van doping. En Keisse
ee jhem ne goeien alvekoat meuge pakke of
hij mocht nieverans nog starten in ne koers.
De loatste joaren es Keisse gelukkig were in
grute doen. Hij win were 6-doagsen en vond
onderdak bij Omega Pharma. Tupe mee szijn
An-Sofie ên ze sinds veurige weke twie zeuns.
Jowan Anthoniez ©
Johan Daisne
Alhoewel dat Jowan Daisne an zijn pansioen gestorven es
zoede peize dat jij gelijk un katte zeve leves oa gekregen.
As utopisch communiest, magisch rejalist en bibliothekoaris,
as metselirre, dichter, schrijver van ne fielm ensieklopedie
en tenslotte as echtgenuut van Polly en Madam Kinaupenne.
"Den trein der troagheid" vinde vele zijn beste wirk en 't es
uuk verfilmd geworden, mete deur iederien geliefde, eure
noam loat 'et uitschijne, Anouk Aimée. 't es uuk zijn minst
magische en zijn miest rejalistiese wirk. Get zelfs den indruk
dan de dieje van de Belgiese Spuurwege den helft van hulder
organizoasse op zijne roman ên gebaseerd. Klokvast, ja Alloo.
Tenslotte moeme nog vermelde dat Herman Brusselmans
stirk wierd beïnvloed deur Herman Thiery ( want zu hiet
hij in 't echt) zijne roman "De man die zijn hoar kurt liet
snije." Dat uuk wa inspiroasse vond bij Herman Teirlinck.
Ge vroag d'eu af woarom da den éwe De Croo polletieker
es geworde en gienen oteur. Hij kan't pertang uuk uitlegge.
Jowan Anthoniez ©
Dirk Brossé
Oas ge in de categorieje van de muziek
zoet zoeke noar de strafste Gentenirre
edde te veel straffe Gentenirs om op te
noeme, moar get er peis uk toch iene die
ter nog wa boven uit steekt: Dirk Brossé.
Oas ge zijn nog moar veurlupig palmares
overluupt edde giene bril nudig om te zien
dat de olwees stijlvol gekwaffeerde Dirk
zjuust in de kwaffeursstoel stille ee gezete.
'k zegge nie rap U, moar wa da chevaljee
Brossé, gepresteerd ee op muzikal vlak es
om U tegen te zeggen. In den atletiek zijn
't uuk de tienkampers die veur mijn poart
De gruutste medoalde meuge krijge. Want
gien ien instrument es hem onbekend. Van
etniese muziek tot fielmcompoziesses. Van
solotrompet tot orkestroasse van 'n symfonie.
Jowan Anthoniez ©
Bob De Moor
Zujals gollemoal weet es ter in de Verienigde Noassens. Tussen
hoakskes da zoe nog verre famielde zijn van Jambers zijn Pascale.
Es ter dus in de VN un wrieje dieskuusse geweest over de Pieten
van Sinterkloas. (ge moet eu toch mee iets kunne bezig hèwe...)
Da Piet ne zwarte es tot doar an toe. Ten slotte eet hij 't koeleur
van muurkesklute van gule nachte mee pakskes deur de schèwen
en schuurstienen te kruipen. Moar 't was doar un vrèwmens die
't seksiesties vond om hem Piet t' hiete. "Ne lullige veurnoam",
dixit madam Dingskes. Doarom da ze gepeisd oa dat beter woare
om over te schoakele noar nen Bob. Get immers al nen Bob den
Bèwer en nen Bob van de Responsebel Joeng Drajvers, op nen
Bob min of mier zal' d nie mier ankomme.Moar zekers giene Piet.
Mee dan z'in 't Stad Gent op personiel goan bespoare, komme't
er op nere da Bob De Moor, mee Sinterkloas uuk nog ne kier zijn
klute meug 'd afdroajen. 't es nog nie genoeg dat diene mens in
ieder Soopke en TV-serietse ieder afleveringske moe meedoen.
Dat hij hem gule doage moe inloate mee 't Vernieuwd Gentsch
Volkstejoater. Da't hij de monoloog moe spele van Picasso zijn
schilderije. Da't hij moe actere en binst tije moe regisseere. Dan
z' hem neu uuk nog 't s nachts uit zijn onbesloape bedde bellen.
Jowan Anthoniez ©
den ienigste échten
Frank Liefooghe
Bij de Harlem Globetrotters zijn 't nie allemoal basketters,
ter zit uuk ienen artiest bij... onze moat Frank Liefooghe.
En noar verluidt eet zijne zeune Cyriel van nie verre girfd
want hij zoe nie misstoan tussen al die dobbele meters.
Tussen een regendanske bij de Lobi en een pas-de-deutse
bij de Kurumba in Colombia deure es Frank uuk Gentenirre.
In feite hiet jij eigentlijk François Beloeil, zu genoemd noar
zijne goeie vriend Mitterand, prezedent, gelijk onzen Eddy.
Frank ee zijn grute gloriejoaren gekend in den tijd dat de
verbeeldinge an de macht was. Binst dan z'hier in Gent de
Fieste herontdekt oan en da d'iederien mee un blomme in
zijn hoar liep, wierd jij nen apostel van de vrede en de kunst.
Hij verandert soms van gedacht gelijk van hende; tiekent
blèwe engele die bengele op 't croissantse van de moane.
Hij tiekent alles van juwielen tot oasen in woestijnen. Van
alle gasten mee fantasie es 't jij de miest fantastische gast.
Jowan Anthoniez ©
Robbrecht&Daem
Rio de Janeiro ee 'd ieder joar zijn carnaval
Agra in India zijn ongelufelijk Taj Mahal
De Azteken huldere slangengod Quetzalcoatal
Niagara ee szijnen indrukwekkende woaterval
Kenia zijn biestig gruut Safari park nasjonal.
Jericho es bekend om zijn trompetgeschal
Stadsschouwburg Amsterdam om zijn boekenbal
Val-Saint-Lambert ee s'zijn voazen van cristal
In Kensington Garden ên ze ne sjieke pirdestal
En wulder in Gent, gezegend mee ne schoapstal
mee dank an Robbrecht&Daem van de Stadshal.
Jowan Anthoniez ©
Luc Van Looy
'k ben vandoage te roade gegoan bij Madam Soleil.
'k hure hulder ol vroage woar es da,
tee hier in Gent nog niejal gedoan of geregend.
Awel Madam Soleil stoat op den boezem van
het beeld de Woarheid van de preekstoel
van Delvaux in Sein-Boafs.
'k vrieg heur wie es ter geboren in Tielen?
En ze begost zij luijop te peize:
Tielen; Ijsboerke; ne wielerploeg
de koers in combinoasse mee de Kempen...
De keizer van Herentals.
Van Looy.
Rik II
II, twieje, duo, bis, koppel
bis-koppel
biskop
bisschop Van Looy
Jowan Anthoniez ©
John Massis
Vroeger oadde op Gentsche persen gedrukt het
ABC weekblad. Het weekblad niet de sienema.
En k' rappleere mij 't schuun intervjoe van Jolien
Janzing° mee te Ma van stirke man John Massis.
"Diene kleine oa'k em gekocht ên was moar eu zu ne
kleine petoater en es tjij as kind in de frietketel gevalle
van Jan Spier. Gelukkig veur da manneke in de kèwe
olie uit van die grute blekken duzen Huile Frite cat. B
(g'had uuk cat. A supèrieur) Doarom da'k tegen dienen
Ambetantenirre van de Burgelijken Stand oa gezeid
Huile frite moar B/ Hij oat jij verstoan Wilfried Morbee
en da szu op zijne paspor gezet. In de weginge vonde
z'hem nog moar ne kleine kroket en ze zeije mij madam
ge zuld' hem moete kwieke mee majiezena, mee vesge
filee americain mee feel sulfiet, un grute duze ovomaltine
en deuwd 'hem moar un bananne bij in zijn fruitpapke."
Jowan Anthoniez ©
°Jolien Janzing schreef wèl een interview met Pa Dutroux
Steven De Smet
Van sommigste mensche kunne ze niets verdroagen.
Den iene meuge 't al en den ander meug niets. Pak
neu de televize. Da vetuuft van ne Jeroen Meus, de
kleinen oap van ne Ben Crabbé en Jowan Boskamp.
Steven De Smet komt as spreekbuize van de Gentse
Flieken un poar kiers achterien op den Teevee en ze
zijn tsjaloes. Ze zoen nie wete wa gedoan om diene
mensch zijne persuun en karjirre te keunne kroake.
Stuurt hij een twietse of meelke, wa da iederien gule
doage doet, alle polletiekers op kop, en ze geven hem
un tuchtstraf. (Oas g'in ons onnuzel landeke gelijk ne
Spiedie Gonzalez krimineel zat un meiske duudreijt,
Geve z' eu viertien doage rijverbod.) Moar de Steven
die uult ne kier un honderdste van un duuzendste
(promiele) te "vele" oa gedronke wierd doar zwoar
veure beboet mee vier kiere de normalle straffe.
Jowan Anthoniez ©
Jan Becaus
Guust, hoe dadde ne kier in 't kader van King Kong
euwen vojsmeel nie loat adjuusteren deur
Zjuust Becaus of Jan
Guust, hoe dadde ne kier nie noar 't paroocheblad
schrijft veur un artikelke te loate publiessere van
Zjuust Becaus of Jan
Guust, hoe dadde ne kier nie noar de Kringluupwenkel
luupt achter un kostume nog gedregen deur
Zjuust Becaus of Jan
Guust, vroag ne kier an de Freek of da'n ze op de
VRT nog van die smaajlies liggen ên van
Zjuust Becaus of Jan
Guust, Wilfried Martens was op zijn eigen begroavijnge
moar wie damme nie gezien ên da was
Zjuust Becaus of Jan
Guust zoede mij geluve dat jij pertang ne sleutel moe ên
van d' hemelpuurte en van 't Vatikoan
Zjuust Becaus of Jan
Guust, wete gij tselfs dat jij in de commodde
van Paola in 't bovenste schofke ligt
Zjuust Becaus of Jan
Jowan Anthoniez ©
Fons Sijmons
Bassiesten zijn veur de muziekpodia, wa da keepers
zijn veur ne voetbalploeg of chifkoks in de keuken.
Oas ne zanger in de lappemande ligt, kunde oltijd
nog instrumental eu liedses brenge. Es den drummer
duud tons ramplasseerd' hem deur nen toetseniest.
Moar wa zijde as groep zonder 't rietme van de biets?
Het antword op die vroage es guul simpel... Niets!!!
Mete Fonz ee den Belpop, ien van de veurnoamste
muzikanten van ien van de veurnoamste rockbands
The Scabs verlore. Z'en hem bij de VDAB wilen opliên
tot geluidsteknieker veur oas dé Marc op pansioen
gink, moar ons Hiere ee toch moar van elk zijn getal.
En der mee ên ze nen toffe vent en ne zot mier rond
de stove van 't voagevier. 't doe mij peize op 't optrede
da Gentse Fonz mee szijn Diestse Scabs uult ee gegeve
in kaffee 't Vat bij Julien. Mega ambiejanse op amper un
poar vierkante meters. Desalniettegenstoande was de
Fonz den ienigste Gentenirre uult op de T/W affiesje.
Jowan Anthoniez ©
Regine Clauwaert
'k ê van de nacht wrie roar gedruumd.
'k zat in de finalle van Honderd duusd
of Niets en 'k wierde verwacht op 't
zevenste verdiep bij Pros Verbruggen.
We woare doar in Bruussel overalst
verlore gerejen en tege da'k eindlijk
in de gange van de Flagey rondliepe
en un lifte oa gevonde, stapt er iene
achter mij in, ze deuwt op ne kop en de
lifte goa noar benein en ze blokkeert. 'k
probeerdige van ne kier schief te kijke
wie datter doar schuins over mij stond
En 'k zie gelijk dat Lien Van De Kelder es.
'k peizdig ol die goa ne kier schief were
kijke, moar ze was zij vriendelijk en ze
begost zij gelijk un gefotoshopt model
gulegans te sjanzjere bij zuverre da'k ik
nie mee Lien moar mee Règine Clauwaert
in die lifte opgeslotte zat. Ze neep zij ne
kier in mijn zije en 'k zeije: "t'es Niets"
Jowan Anthoniez ©
Lukas De Landsheere
Oas me klappe van nen artiest tons peize w' oltijd
sebiet an ne kunstenirre of ne zanger of muzikant.
Moar da klopt slechts gedieltelijk. Onder ons gezeid
hoeveel écht artieste zoed 'ên? Iene uit de duusd.
Doarantege edde uuk hier en doar artiesten in de
sport, edde gij Ibrahimovietske bezig gezien tegen
den Anderlecht?! Of in de geneeskunde, dokteurs
die hulder lancet hantere lijk Van Eyck zijn pensiel.
Zu iemand es de Gentsche chirurg De Landsheere.
Zijne veurnoam Lukas, patruunheilige van dokteurs
én artiesten, was ol un goe veurtieken. Hij luupt er
zelve nie goe van oas ne pasjent, achter un pertang
gesloagde operoasse, toch nog vuurts blijf sukkele.
Zonder uit de interne keuke van un hospital te goan
neuze, meuge 'k toch verklappe dat hij girre ne kier
iets extra doet om ne gule zieke toch op te montere.
Jowan Anthoniez ©
Piet Van Eeckhout
'k moe uult ne kier noar un debatse geweest ên nog
uit den tijd dat Jan Hoet jonger was of zijne zeune
Junior neu en dat hij nogal ne kier de wind van veure
kreeg. Veel vierwirk was 't er dienen oavent nie want
zijnen opponent Piet Van Eeckhaut lag te weinig dwis.
Kurtelings der achter zegt mijn joenge puppe van un
vrèwe: "Wete gij woar da'n ze goeie spaghetti ên, 'k
edder wel goesten achter... in de Shakespeare." 'k moe
zegge da d' eetablissement oa szijne noam nie gestolle,
want op de menu stond er uuk nog un groatis teejoater.
Binst damme wij an 't deguustere woare van de op zijn
Mama Mia's gried gemoakten Italjoansen pasta, krege
wij doar uuk nen ienakter veure geschotteld. Te midden
van un grute toafel mee veurnoamelijk deftige dames,
was dé Piet Van Eeckhaut deze kier wel in zijnen eelan.
Van uiterlijk was 't jij zu wa de twielingbroere van den
diene van den Humo, Willy Courteaux. Als alvekoat tons
ol gekend as ne speesjalle. Moar nog giene stielbedirver
gelijk loaters Jef Vermassen of Hans Rieder. En mee un
kloeke stemme, ter schildige doar iets an de volumeknop.
Jowan Anthoniez ©
André Vanhove
'k ê nog nen kurten tijd reporter Kuifke geweest bij
't Leugenirke; En ien van mijn opdrachte oa verband
mee iets dat er te doen was in 't muzee van Folklore.
't ienigste da'k mij dervan nog kan rappleere es dat er
zjuust un grute reesepse mee vrèwelijk personiel da
opdiendige was en da conservoator Andre Van Hove
tegen ien va die diensterkes zee: " ge weet toch oas
ge veur mij wirkt dadde giene soetjèn moet an doen."
Neu zoe da schoap ofwel noar Provikmo lupe veur heur
beklag te doen of heur kandidature stelle bij P-magazine.
Typeert ne vent die oltijd de liederlijken kant van 't leve
ee bekeke en hem doar uuk gien zurgen in moakte. Nen
bon-vivant mee mieren in zijn gat. As dèn deken van de
Kuurnmort, as polletieker, as organisoator, as drijvende
krachte en langen oasem om 't senter van Gent mee al
wa dat hij in zijn lijf oa nieuw leve in te bloaze. Tot dat
hij zelve deur un kwoaje ziekte lijk un kisse es uitgegoan.
Jowan Anthoniez ©
Sylvie Dhaene
In den tijd oade hier in Gent twie Museetses die te
lijen oan an 't syndroom van Koen Crucke, uuk mee
un afslankijnge viel ter nie veel soeps nie mier uit te
brèwen: te wete de Bijloke en 't Hoveke van Folklore.
Da gaf anleidinge tot twie uitienlupende iniesjatieve
die un klein beetse in elkoars voarwoater zitte: an den
iene kant 't STA.M an den andere 't Huizeke van Alijn.
En 'k ben veel mier gewonne veur de loatste formule.
Da d' ee in nie geringe moate te moaken mete maniere
woarop da Sylvie Dhaene doar heur schèwers ee onder
gezet om die prachtige lokoasse were te doen florere.
Mee szune noam oa ze ol veur den helft in un gruut
schuun hierenhuis in de Veldstroate kunnen paraderen.
Moar z' ee ter veure gekozze om zonder chichi en blabla
het verhoal van de denge in soms alledoagse veurwirpe
te brenge en doarmee un stukske van de ziele van de
mensch achter de Gentenirs van vroeger en neu, mee
veel kompeetense en weinig komplemente te evokere.
Veurwoar ne lange volzin, zoede mij geluve da'k er dust
ê van gekregen achter iene van de kroane in 't kafeetse.
Jowan Anthoniez ©
Jacques Dewaele (Zaki)
Nen idejaele schuunzeune da bestond ol. Moar 'k zoe un
nieuwe kategorieje wille starten: 'Den idejaele buurman'
Doarin es mijn keuze gevallen op de persuun van 'ZAKI'
Van nen buurman verwachte noamelijk dat hij nuult of te
nimmer uit vervelijnge an 't hertefritten es, dat hij un wa
vriendelijk opzicht ee en dat un beetse ne wijze vent es.
Te midden van de bosse van de joaren taggentig, zat de
reedakse van De Gentenaar in de Vloanderstroate, en doar
rechtover oade ne kaffee mee idantiek dezelfste noam en
ze zeje datta ne kaffee van Zaki was. Alhoewel da'k ierlijk
moe zegge da'k hulderen overbuur doar nie vele ê gezien.
Loat stoan dat' hij doar achter den tuug zoe gezoagd ên.
In 't begin van de joaren tnegentig wirktig uk in Bruussel
in de Visverkuperstroate in 't veurmalige gebèw van de
Kredietbanke. 'k zatte benein bij 't AMVB en den bovenste
bovenbuur was Zaki mee szijn produuksehuis IDTV. Iene
kier woare 'k doar geinvieteerd bij un medewirkster veur
wa 't helpe bij ondertitels veur un fielmke over expo 58.
En tot slot. Zaki eej'hem uuk ol ne kier gewoagd an iets
liteerir. Om zijn kandidature van idejaele buurman te
onderschrijve was zijn boekse getiteld: "Buurtpeloton"
Jowan Anthoniez ©
Catharina Segers
Onder Catharina Segers, die me veur oltijd zullen Miss-en
as Schepene van Protocol en Burgerzoake, krege d'echte
Gentenirs d'okoaze van te trèwen in 't 'echt Gents, uuk al
was't mee iene van de Westfluten. Doaromme, mee terug
wirkende kracht an heur opgedroage, de bewirkinge van
Het Huwelijk van Willem Elsschot in 't Gentsch : den Trèw
(dadde mee un beetse zoeke hier huger in de kolonnekes
ieverans were kunt vinde, uuk van de Johand Anthoniez) ©
Walter Capiau
Vroeger oas ge viertien joar woart ginge ze
der van uit dadde per definiesse astma oat.
En stakke zeu op den trein van de CM noar
Melchtal of Maloja. Ge woart nuult alliene
want al die andere gaste oan uuk astma en
ter gink uuk nog ne lollekeshiere mee in 'n
Tiroller leren broek en mee un koebelle in
het koader van de Prevantieve Luchtkuren
want krapiolleerde gij niet, ge n'êt gij niet.
Van de CM noar de VTM was moar ne kleine
stap en de kleine Miguel Wiels wierd gebore.
Geef toe dad' es zuwa het portretse dan de
mieste mensche in gedachten ên van Capiau.
Wel neu ik ê un guul ander portretse van de
Walter in mijn gedachte, want k' raplere mij
nie mier wa datter te doen was in Flanders'
Expo, moar ien denge raplere 'k mij nog guul
goe. Wie komt der doar toe geschminkt tot
achter zijn urens? Capiau, geflankeerd deur
twie schune hostessen van drei koppe gruter.
jowan Anthoniez ©
Herman Brusselmans
'd ienigste Melissa die 'k ik uult as lief g'had ê
was un Melitta, een kaffeeleute van negent-
zeventig mee van die kaffeefielters. 't was uuk
moar un wrie kurt huufdstuk in mijn biografieje.
jowan Anthoniez ©
Helmut Lotti
'k ê nog un antal joar gewirkt as hoost an den
antree van azet sintlucas tupe mee de stiefma
van den Helmut, Martine Migraine, en op mijn
wirk neu ê'k ne Geert O'biene, woarvan datter
wor gekommeerd dat' jij wel ne kier de stief-
broere zoe kunne zijn van Lotti; tselfste totze.
Op sintmansbirg zegge ze da Lotti zijn moeder
doar in zijn jongde soepboerinne woart. Da zoe
mij wrie verboaze want den Helmut zelve es't
jij gien soepe en t'es uuk gien soepkieken. Veur
ne Vloamse zanger te zijn eet jij toch wa standing
en un schuun repertwaar veur un normal publiek.
'k ê nuult verstoan hoe da die Sportpaleize vol
lupe veur diene pirdewurtel van ne Clouseau;
datta in Antwirpe ligt verkloart vele. Andere ên
dienen doelgroep van den dag veure Fliekendag
oas 't opendeurdag es in tehuize veur de dieje
mee un vijze minder of un kromosoompke mier.
Get er tot slot uuk die zenge veur de 80-plusers.
jowan Anthoniez ©
Roel Van Bambost
Veur de fuse, oa d'iedre dielgemiente zijnen eigen
burgemiester. Da kost ne melkboer zijn of ne schol-
miester, oas den trikolore sjirp pastige op zijn pense
was 't goe. Zulange dat' jij moar mete kirmesse iets
organiseerdige in de tente en meten tijd mejen was.
Iets van Bach zoe wa zwoar op de moage gevallen ên
achter die oliebolle, en dus wierd de kleinkunst in 't
leve geroepe, luisterliedzes mee eigentijdse teksten
opgeluisterd deur un gitarre, zujals tons Miek en Roel.
Boer Bavo van Miel Cools moe nog in den burgemiester
zijn huufd gespeeld ên, want Miek en Roel wierden deur
hem angekondigd als Miel en Boer. Roel éé ter tons gevat
op gereeplikeerd mete kwoot: 't schoap es de preuten af.
Jowan Anthoniez ©
Jo Röpcke
Pamela Anderson moe u
uult iene kier in nen deftige
fielm gakteerd ên, iene van
de twoalf duusd die ter jij
gezien ee en Jo Röpcke oa
veur 't program Première
un intervjoe mee heur g'had
en op 't einde zeg ze zij tegen
hem: " meuguk eu uuk ne kier
wa vroage, die twie bollekes
doar thalvent euwe noam, es
da wel echt???"
Jowan Anthoniez ©
Will Ferdy
Will Ferdy es zu nen artiest woarbij dadde
gemengde gevoelens êt. Langs den iene
kant ne wa miskende boanbreker, moar
uuk toch nog blijve steke in de patronazje.
Zijne sketsj beveurbeeld van Peterke was
moar un krampachtige pogijnge om giestig
te zijn. Moar un parodieje deur ne stand up
komedie Jan en ge zoet eu legge te krevere.
Hij zoeng jij un liedze over zijn 'Kristien', moar
eigenoardig genoeg was 't jij den ieste om an
outing te doen. Den dag van vandoage doen
z' an outing in de boekskes oan ze hetero zijn.
Hij zong 't jij bewirkijnge van Brel. Moar zijn
kritikasters oan wel doardeure Brel ontdekt.
En oas 'tjij Gezelle goe vond was da èwerwets;
moar Claus en Van Ostaijen woaren uuk fans.
Vergelijkt' hem mee Bobbejaan Schoepen, de
mensche zien hem as iene die liedzes zoeng à
la kaffee zonder bier. Moar hij bracht modirne
nummers van Boris Vian nog veure de Fransche.
Jowan Anthoniez ©
Pjeroo Roobjee
'k meuge wel zeggen da'k ik op d'huugte ben
van het uivre van Pjeroo Roobjee. Zu weet
uk as iene van de weinige da Pralina's Pracht
den twieden besten fielm aller tijen es en ben
uk uuk bekend mee het miesterwirk getiteld
Reinecloddekes hoe schrijfde da in 't Grieks.
'k ê uult tselfs ne kier un halve flasse zenuiver
genuttigd om mee den nachtschrijver wriend
diepgoande gesprekken te voere over de noar
de God Pan genoemde Fransche tejoatergroep
Panique over F.Arrabal en A. Artaud en den dag
doarop zat uk mee moeder Robier in 't Boerke.
Echt gebeurd.
Jowan Anthoniez ©
Jo De Meyere
Bij de fielms van Hitchcock duikt Alfred oltijd ne kier
zelven op as figurant. Ik doe da d'uuk geregeld in de
portretzes die 'k schrijve over ons Gentsche koppen.
Bij Jo De Meyere ê'k 't omgekierde gevoel. 't Es alsof
dat'jij iedre kier opduikt, nie as akteur moar as mensch.
Gelijk da'k ik mij as schrijver as 't woare ondergeschikt
voele an de powezie in de beeldtoale van 't Gentsche
dialect. Zu uuk es Jo De Meyere iemand die nie szijn
eige moar 't personoage da't jij moe spele d'huufdrolle
loat krijge. 't selfs veel goei 'acteurs spelen un tiepke.
Jij nie. Pak neu as scholveurbeeld Madam Boekee van
Schune Schijn, loat heur ne kier iets anders spelen en
heur blommen zijn rap verslenst. Jo De Meyere blijft
geluufwoardig in elke rolle die z' hem geven. Zujals da
't jij uuk as mensch geluufwoardig es en gienen akteur.
Tons ziet jij der zuwa verwoaid uit as of da't jij op ne
regenachtigen dag in Ostende an' t strand weest lupen
ee. Moar 't zijn de mistruustige klieren die 't leven zelve
hem gevroagd' ee om te droage. Ze verslijten moar ze
slijten nie. 't szijn zwoare kletsen oas de barren breken.
Stirkte kameroad in alles wa tadde doet en wroet en zijt.
Jowan Anthoniez ©
Jacques Bloch
Oak as kind mijnen devure gedoan oa op 't scholle
kreeg uk thuis oltijd un stuk Jacques mee un zantse
van d' ardrijkskunde van Belge. Tes messchiens de
reden waorom da'k da de schuunste joengesnoame
vinde veur ne Gentenirre. En ' t zijn der miledju vele.
Ol d'andre mensche kregen in den tijd de ritepetiete
van in de rotte te stoan anschuive veur un ongesneje
bruut van Bloch. Moar veur mij liet den miesterbakker
alles vallen omdat 't jij den ienigste was die kost helpe
mete vroage over Adam en Eva huldere 'goeien appel'
Nie da 't jij 't antword wist. Moar hij jee mij tons wel
in contact gesteld mee ne wijze persuun die de knepe
kendige van de Kabbala, want in onzen Bijbel zulde 't
nie vinde. Brysse êk mee hande en voete geprobeerd
om uit te legge da't gienen granatappel woart. Heloas.
P.S. Iets guul anders. Jowan Museeuw zoede doar in den
tijd nie gezien ên bij Bloch. Jij moest un gesneje bruut ên.
Jowan Anthoniez ©
Dany Vandenbossche
Goat hier in Gent niej alliene Freya van de Sosse
goat uuk nog Dany Vandenbossche. Hij ee't jij nog
in de kommiesse Dutroux gezete, moar we kennen
hem veural duer zijn diverse poziesses op kultuur.
Hij oat' jij ol wa afschied genome van den aktieve
polletiek, hield mier van de Stones dan van de rok
van Rume. Hém goan ze nie uitwuive in Sein-Boafs.
't was pertang doar damme wulder elkoar veur 't
loatst gesproken ên op d'openijnge van Sint-Jan,
want hij was 't jij uuk nogal ne fan van Jan. 't Was
ne persuun mee ne kloare kijk, schalkse ruiter van
ugen. Iemand die gevat kost klappe over de kunst;
een vat vol vier. Drei salvo's nog as ieresaluut an
Dany: 1 Cry to me 2 I can't get no 3 Black limousine
Jowan Anthoniez ©
Luk Debruyker (Pierke Pierlala)
't vrieg d' hem uult ne kier op stroate ne gast
in un lijveke van WWF of dat jij "Dierenvriend"
was. "Of da'k girre bieste zie? Ja, joenge bij
nienoak. En die bieste in euwe neuze zie'k ol
gulegans nie girre. Wa bieste zoede gij willen
ên da'k girre zie. Zujen spinne mee veel hoar
op achte van die lange moagre puten of ne
pui? Euw schoamluizen messchiens, gordel-
bekdieren, uurbiesten, pissebedden, visteken,
wurms, 't Vjetnamees hangbuikzwijn of Madam
Fifi heuren preutenlekker? Wete gij wa da mijn
schuunmoeder in de moand uitgeeft an twie
bedorve stronte van katten. Ze moesten heur
in de bak steken, tupe mee die gangsters van
whiskas. Mee 't geld dan z' hier spendere om
al hulder rotbedorve katzes te swanjeere zoen
ze in un oarm continent verdomme den honger
uit de wirreld kunnen helpen. 'Zie, ik koke van
koleire.' "Dienigste bieste die k'ik girre zie es
ne kestkalkoen, want doar es 't er veel eten an
veur vele oarme. Es 't nie woar mijne vriend."
Jowan Anthoniez
Albert Brysse
'k peize nie dan d' er veel scholmiesters mier êwtlierlijnge g'had
ên of menierke Brysse. Was 't jij oltijd wrie huuvirdig oas 't er ne
gids hem perfesser noemdige binst dat' hij an 't eksplikeren was.
En hij vergat nie hulder 't helpe rappelere: "Vergeet, de gids nie."
Hij was ol van veure in de tnegentig oas 't jij nog zoe gepikkeld ên
oas 't hij nen Duitse groep zag d' afkomen. Want nen Duits geeft
girre ne poerbwar. 'k zie hem nog oltijd guul profijtig van een dun
sigarillootze proeve, gelijk un iefrèwe van heur gloazeke eleksier.
Kan hulder verzekere da d'es doar 't swinters nogal un stukske van
nen ijskelder in d' huufdkirke. En zu nen biechtstoel meugde guul
zekers nie abusievelijk veur un vespassiejoans anzien. 'k begrijpe
op zijne leeftijd zoede veur minder un kèwe bloaze g'had ên, moar
hij oat jij d' er nie beter op gevonde dan zijn sanietir probleem op
un guul eige maniere op te lossen. Hoe, da wil 'k nog nie verklappe.
Moar Pirke Pollentier oat' er kunne van liere om de dopingkontrolle
ne loer te droaijen. De schune madam De Draeck moest het weten.
Jowan Anthoniez ©
Freek Neirynck
'k ê in mijn famielde uuk Neiryncks en die kome van de kante
van Aalter en Ruislede, en over 't loatst wirktige doar bij ons
nen elektriesjèn, uuk ne Neirynck van Aalter. Da d'es ollemoal
nie verre van Tielt, woar dat jij de Freek dus afkomstig van es.
Want hoe goe dat jij uuk zijne devure doet om as perfesser un
moendze van zijn beste Gentsch te klappen.... 'k ben toch nog
oltijd tangerachtig om hier en doar 't urke noar un fijtze da't
jij moakt in zijne parlee. Gelijk ne Yankee die Engels zoe klappe.
Zu uuk in zijnen Gentsche dieksjonir stoat er hier en doar wel ne
kier un klein akrootze. 'Mesjogge' es wriend Amsterdams Gentsch.
Allez 'k wil der nie vuurder over sjiekanere, we meugen ol blije zijn
dat jij zunen effor gedoan ee. Nistige Nirrijnk van Suske en Wiske.
Hij ee't jij der anders wel de persuun en de karrure veure om zu
op te goan in 't figurentejoater. T' es jij zjuust un kruisijnge tussen
keunink Lejopol den twiede en de Roste Wasser. Nog goed dat jij
gien vrèwe es, zoan hem sebiet gangazjeerd veur Musee Spitzner.
Jowan Anthoniez ©
Rosa Geinger
't er es un goat in mijnen iemer
hoe moe 'k ik da stoppe
ah mee un stopsel natuurlijk
moar oas da stopsel te gruut es
ah, tons moe d' er un stuk afsnije
en hoe moede doar un stuk afsnije
ah meej un mes, natuurlijk
en oas da mes te bot es
tons moede 't slijpe
mee wa dadda da moet slijpe
ah mee ne slijpstien natuurlijk
jomoar oas diene slijpstien te druug es
tons moede doar woater opgiete
en hoe moe 'k ik doar woater opgieten
ja, mee nen iemer natuurlijk
jomoar "t er es un goat in dienen iemer
of hoe da Rosa de regedoesje ee uitgevonde
Jowan Anthoniez ©
Roland
Hij es' tjij van afkomste van Boom, moar in Gent ge-
wurteld. Al es gewurteld neu nie bepoald het zjuuste
woord veur iemand die gelijk John Jack Kerouac oltijd
On the road was. Jij nie as schrijver, moar as muzikant.
Get den dag van vandoage moar guul weinig liberoalen
dien d'er nog uit zien gelijk Roland. Moar in d'omstreke
es' t er gien iene die zu de blues speelt oft jij, szuu oas
't jij giene blèwen zoe zijn, Alloo koko. Roland moakt ol
van kleins af muziek, as joenge gast ee 't jij onder de
schuilnoam van zijn voader Van Campenhout nog den
Broave Zeune gecomponeerd. Es da d'ol mier of 'n iewe
geleje? Ja, oas ge veur twieje geleefd êt moede uuk de
Joare dobbel telle natuurlijk. T'es der mee dat jij van zijn
Royalties ee kunne leve. En apropoo veur de Reinaert
moet jij uuk guul zekers ne kier zu was dwoas gewig
getuunzet ên veur un groatis abonnement in 't Vosken.
En nog iet. De veranderijnge van de zede. 'k goa eu zegge
dad' ee oltijd bestoan. Oma's van neu, die as meiske hulder
as lief van Roland lieten goan veur wa dan ze neu in dienen
dikke van Dale zoen omschrijve as un Wannaaitstentsletze.
Jowan Anthoniez ©
KURT BURGELMAN
Oas ge azu nie mier goe weet wa gezeid tegen euw
vrèwe om heur kontent te stelle, tons kunde veel
inspiroasse opdoen bij dé Kurt... hier wie go :
scheetse, loetse, bolleke, zoetse
lieveke, schatse, boterkoekske
poepescheetse in euw spaneetse
bieze, baaze, beeze,
zotte treeze
ik ê eu liere kenne
in ne kaffee an de Veuruit
en 'k moeste nog wa wenne
an euwen allerliefste snuit
moar sedert diene oavont
zie de gij der als moar beter uit
ge zij gij miledju un schune mokke
zie ik ben ol were vertrokke
van scheetse, loetse, bolleke, zoetse
lieveke, schatse, boterkoekse
ge zij gij mijnen druum
ik kom ol onder stuum
nog iene kier
en neu mee al mijn vier
scheetse, loetse, bolleke, zoetse,
lieveke, schatse, boterkoekse
ik zie eu liever mijn vrèwe
as ieder ander zijn lief ...
Jowan Anthoniez ©
Monica Van Kerrebroeck
De zotte paster ee mij over 't loatst doen verschiete.
W'emme sjanse g'had, of in ploats van iene woaren
d'er twieje duud.
Zegt jij tegen mij: "Zuster Monica stoa bij de duuds-
berichten" en hij oa 't bewijs mee uit De Standoard.
Ik zegge nog: "hoe es da meugelijk, 'k edde er passede
weke nog mee stoan klappe en z' ee t'er nog nuult
zoe goe nie uit gezien, oas ze zu vuurt doet zoen ze
bij de CD&V uuk nen beeb op hulder lijste ên."
'k beginne 'k ik da spel te leze... inderdoad Zuster
Monica, van 't zelfste mirk, de Zusterkes van Liefde,
zu apepree dezelfste leeftijd, Van...
A 'k zegge "René, gij kieke, da d' es ze 't zij nie. Z' es
zij nen Van Kerrebroeck, gelijk mijn voader zijne kozze
den biermarsjan zijn vrèwe. Hooreweghe... a da d'es
iemand anders. En 't stoa niets op noch van Sein-Bavo
noch van de Gentsche tsjeven."
"Goe dadde mij êt, eh René, want ge stond op het punt
un wrieje stommiteit te goan uitbazuine; ge zoet er
gestoan ên mee euw meulekens"
Moraal van het verhaal... iene gruten droaijmeulen
es genoeg veur uw deure.
Jowan Anthoniez ©
Yvonne Delcour
Oade thuis da boekske nog liggen êt van de
Gouden Raad van Tante Kaat, steek het moar
bij 't èw papier, te woare dadde tot an Polare
wilt lupe veur nen euro, want mier goade doar
nie mier veure krijge
Bij de Gentsche sosseteit gulegans groatis
de gèwe road van tant' Yvonne
Moede van euwen dokteur alle doage un flasse
spareine drenke, eet gij nen drugen hoarink
Edde doarantege nen druge lever, tons moede
gij nen bak bier of un flasse zenuiver drenke
Deur un buikgriepke geploagd mee 't vliegend schijt
probeer ne kier mee nen boesjon van cava
Bekloag d'eu over euwe vent zijn zwietvoete
loat hem ne kier un blokske Hirvekoas eten op zijn
nuchtere moage.
Moakt hij eu 's nachts wakker mee zijn gesnurk
loat hem tons binst den dag stoofhijt kappe.
Zoede last beginne krijge van konstipoasse
eet veur euw potse kaffee un zacht gekoot eitse
Ziede goe van verre, moar nie van dichte
pakt eu tons veur 't zekerste toch moar nen
anhèwer mee un dikke portefoelde
En huurde gij nie goe nie mier, awel
zet tons euwen bril op.
Jowan Anthoniez ©
Elke Boon
Qua prijze veur artiesten es da d'hier in Gent eigentlijk
moar un flèw biestze. Ostende pak 't het gruutser an.
De dielgemiente Drongen oa weliswoar den Prijs voor
niet-professionele schilderkunst. 't Gaf gien wonder da
ter doar tons wrie veel amateurs an mee deje. Wijlen
mijn schuunpa Norbert Laheyne oa gewonne. En 't joar
doarop windig' hij were mee unanimiteit van de stemme.
Rudy Van Quaquebeke zeid' hem: "ge goat toch nie mier
meedoen volgend joar?" Z' ên doarom het Kunstsalon in
't leve geroepe en d'ieste winnoaresse Elke Boon, was ol
sebiet deur de mieste gekontesteerd, omda d'heur wirk
bestond uit ne video van un meiske da veur den ieste kier
heur moandelijkse strepen ee. Un stijlbreuke mete dieje
die geweune woare van un stilleven in te zende. Pertang
'k moe de jury van ton gien ongelijk geve. Want Elke Boon
ee 't er achter heur strepen verdiend in de fotografieje.
(en ze moakt uuk mee un groepke un streepke muziek)
Jowan Anthoniez ©
Guy Verhofstadt
In Gent emme uuk onze Roger Rabbit in de persuun
van Guy Verhofstadt. Dat jij ne liberoale polletieker
es moe' k guul zekers nie mier uit de doeken doen.
Mensche die tselfs da nog nie zoen wete, sloap vuurs.
Nieje wa da mij an de Guy zu eintrigeert es zijne stijl.
Hij ee't jij de kulo om zu af en toe nen eksantrieken
bril op zijne snoet te zette. Of hij durf zijn eigen ol ne
kier anpatronere mee iets da ierder vlot&sportief es.
T' es hoe dan uuk giene grijze soaje en giene hijtene.
Moar ge rappleer d' hulder die uitzendijnge van Idool
woarin datta vrèwmens van de jury tegen dienen mis-
lukten Borsato zegt: " Da'k van eu woare 'k zoe ne kier
Bij den tantiest goan." 'k vonde da nogal laf van heur
en diene broave joenge zeej nog firme merci. Moar,
kijkend Vloanderen oa kompasse mee da ventse en
mee 't geld dat jij van al die milde schenkers g'had oa
Zoet jij effectief bij den tantiest geweest ên. En pas
op bij nog giene geweune, moar in Knokke, bij de Guy
zijnen tantiest. En diene joenge die iest nen mislukten
Borsato woart, droagt neu Hugo Boss en Borsalino.
Jowan Anthoniez ©
Walter De Buck
Walter De Buck es bij het gruut publiek veural bekend
deur zijn liedze 't Vliegerke'. Da d'es eigentlijk een guul
èwt nummer van nen Duitse komponiest en Marc Van
Hecke ee't doar un gule kollekse dieferante versies van.
Wie datter den Gentsche tekst geschreven ee weet uk
nie, 't es zekers nie van Koarel Waerie. Walter zelve?
Ik vinde Walter nen importente (mee de r) vent veur ons
Gent. Get figuren zujals hem nudig om schune denge te
redde van den brandstoapel van de geschiedenisse. Dank
zij hem zijn Gentsche persunen zujals Waerie blijve vuurt
leve, moar uuk historiese krejoasses zujals den Bargiebuut.
'k zoe hem ier catalogere onder de folk dan de (klein)kunst.
Jowan Anthoniez ©
Gunther Schepens
Gunther Schepens es den ienigste Gentenirre die uult
de gèwen stud ee gewonne. Hij ee 't jij tons nog bij Iljo
achter un keisse moete scheuje omda diene fottosjoet
a la fasson van de red hot chili peppers wierd getrokken.
Moar in d'ieste ploatse kenne we hem as ne gèwe speler
veur den AA Gent. T 'es doar bij de Buffaloos dat jij, iest
bij de jeugd en loater bij den A kern furore ee gemoakt.
Al es' t mee Standard dat 'jij viesse kampioen es geworde.
Hij ee't er tons nog wa strijd geleverd in Duitse luupgrave
nabij Karlsruhe. En tot slot es t' hij ne kier in Uustenrijk
blijven plakke achter un skivakanse te Bregenz. Onder den
trainer Herman Brusselmans zoalvoetballer bij de Woody's.
De Gunther es uuk guul zekers nie op zijn muilke gevallen.
As den Gentschen Boskamp wordt jij regelmoatig gevroagd
in de studio veur zijn diepgroavende analiezes en splijtende
kommantoar op 'tgien dat er zujal op de pleine te zien was.
Jowan Anthoniez ©
Isabelle A(dam)
Z'es zij de dochter van nen garazjiest op de Muije, en dus
even Gentsch as onder anderen Gerard Mortier. As joeng
meiske ee ze nog in de klasse gezeten van miester Jolie
(uiteroard gien broere van Angelina, moar van Chris) in
't scholke op Wondelgem. Loaters mee un lierkontrakt
haartooi. 't er es un kwaffeuse an heur verloren gegoan
want op heur vijf- zestiende es ze hier 't grute tieneridool
en moe al de reste uit heur leve wijke om te goan optrede.
Het allergruutste succes blijkt van korten duur. 't er komt
een einde an heur ploatencontract en 't er komt un sabbat-
joar. Doch ze valt were rap op heur puutzes en ze krijg d'
hier en doar anbiedijnge van de diverse zenders. Uuk heur
muzikalle nummers ên succes mee soms were ne gruten hit.
Z' es uuk iedre kier were te vinde veur soamenwirkijnge mee
ander artieste: Miguel Wiels, Gorki, Sarah Bettens, An Pierlé,
Roel Vanderstukken, Stijn Meuris, Sioen en Alex Callier...
Isabelle A maj mijne frak.
Jowan Anthoniez ©
Jan Hoet
We weten allemoal dan d' er neurologiese andoenijnge
zijn die ne nefaste invloed ên op 't menselijk lijf en die
tselfs dramaties zijn veur de gezondheid. Oas ge 't an nen
dokteur vroagt zoet hij zegge pieskosomatiese ziektes.
Jan Hoet es via zijn voader opgegroeid in den doagelijkse
omgang mee mensche die opvang vonden in un besloten
i.p.v. gesloten omgevijnge. Bij uitbreidijnge es ne musee
mee konfronterende kunst un sort besloten omgevijnge.
Kunst ee un zeekre terapeutiese goave om zieke te geneze.
Achter da Tony Gevaert, pasjent op de Palliejatieve, okkoaze
gekregenen oa om nog ne kier 't ekspozere an plein publiek
ee diene mensch de kroaze gepakt om nog moande te leven.
Jowan Anthoniez ©
Lieven Bauwens
Sint-Jan de Deo meug messchiens ien van de kleinste
ziekenhuizen zijn van Gent en tons nog alliene moar
veur de pieskiejatrie. Vanuit het uugpunt van de Gent-
sche geschiedenisse es 't ien van d' aller belangrijkste.
T' es nie veur niets dat die instellijnge heur eigenste
muzeetse ee, het Meerhem. Moar niej alliene dadde.
In 1814 vond in de Spiegelzoale van Sint-Jan de Deo
de ondertiekenijnge ploats van 't Verdrag van Gent
tussche d' Engelsche en den Amerikoander. Moar nog
gewichtiger es de figure van Lieven Bauwens die aldoar
an 't begin van negontiensten iew een katoenspinnerije
uit de grônd oa gestampt mee moar liefst drei duusd
wirknemers. Zijn angetrèwde famielde van industriejelen
woaren uuk afnemer van zijn masjienerieje en zu wierd
Gent up kurten tijd 't Belgies Manchester. Lieven Bauwens
oa 'd in begin un Engelsche masjiene binne gesmokkeld,
vernoemt noar de 'kuisvrèwe' Mule Jenny. En van 't ien
kwam 't ander. Zijn entrepreneurschap kende gien moate
zudat jij tot in Dinant fabrisseerdige. Veur zijn nistigheid
kreeg' t jij in 1810 van Napoléon de leezjon d'honneur.
't leve van Lieven Bauwens oa zuwa wig van wa damme neu
die American Driem zoen noeme. Op un ander de stiel goan
liere en tons moar produsseere a volonté. An dienen druum
kwam'd abruupt un einde deur de kontinentoale blokkade.
Jowan Anthoniez ©
Veli Yuksel
Oas ge al iets wa èwer zijt moede nog die
Olijmpiese Spele geweten ên woarbij da
het turnen gedomineerd wierd deur un
joenk, moar un ongelufelijk getalanteerd
turnsterke uit Romeenje: Nadja Comanecci
Ons sportreporters die vaneigens gien fluite
Roemeens sprakke zejen oltijd Comanetzi,
moar da schuun kind heuren noam wierd
jij eigentlijk zjuust uitgesproke as Comanets.
Deze eksplikoasse moar om hulder te wijzen
op het feit dan ze in de lande rond den Balkan
de eind i niej uiten spreke en dadde bijgevolg
as Veel Juksel dient te prononsere. Oas ge as
'grute' partije wriend moet scharten om an un
geluufwoardig antal stemmen te geroaken, was
da dus de zjuuste persuun op de zjuuste moment.
En bijgevolg was Veli Yüksel den ieste Gentenirre
van Turkse origine die hier in Gent de lijste ee
getrokke van un klassieke Vloamsche partije !
Jowan Anthoniez ©
Lieven Tavernier
De woorden van Richard Minne ên nog niets
an wirde ingeboet oas 't jij schreef 'De Gensche
dichters zijn nog van de slechtste nie, moar der
lupen veel wiskesvliegers bij". Get hier in Gent dus
nog oltijd un antal redelijk goeie dichters, moar ze
zijn heloas minder geniejoal dan dan ze van hulder
eige peizen. En om hulder ol zu frazjiel ego nie te
vele te kwetsen goa'k gien lijstze dervan opnoeme.
In de categorieje nog levende dichters ê 'k veur mijn
ieregallerije van Gentsche koppen genomineerd, de
messchiens onverwachte noam van Lieven Tavernier.
Nie zu ziere om die poar tekstzes van hem die via Jan
De Wilde azu wa populir geworde zijn. Moar veural
veur zijn kapassiteit om zujals da Georg Trakl da uult
geformuleerd ee: "Om te zwijgen in de stien" Ge kunt
zu uuk gewardeerd worden om de powezie diede nie
geschreven et. Bij hem ee de stilte het loatste woord.
Jowan Anthoniez ©
Jenny Tanghe
Shakespeare schreef: "What's in a name" en in Gent
zeggen ze hij ee szijne noam nie gestollen; Pak neu
nen dokteur die De Schrijver noemt. Doarvan zegge
de mensche hij éé szijne noam nie gestolle oas 't iene
'n es die girre ziektebriefkes schrijft veur un kliejanteel
van plantrekkers die hulder liever thuis zette dan te
moeten goan wirken. In 't geval van dokteur De Wandel
goat die zegswijze letterlijk op want da d'es nen dokteur
veur de voeten (steunzoale, verstuikt, gebroken etc.)
De Gentenirs en uuk in dan ze girre iemand nen bijnoam
geve. Of iemand trittere mee szijne noam. Clopterop was
gienen bijnoam van Freddy De Kerpel, moar den echten
noam van nen apotheker. Goat bijveurbeeld uuk "Rust"
iene die matrassen verkocht en duupsuiker Pil. Martine
die girre noar da zonnebankcenter gink, da was Martine
De Bruyne. En zu uuk oa, de geweldig goeie actrice Jenny
(Moeder Cent)Tanghe heuren noam nie gestolle; want ze
moest kier op kier un tange van een wijf (nonne) spelen.
Jowan Anthoniez ©
Freek Braeckman
Goat Willy Braeckman, de gerenommeerde volkskundige
die al un poar joarkes op 't kirkhof van Marjakirke weunt.
Goat Walter Braeckman, van wie da 'k ik bijkans un guul
scholjoar nederlands g'had ê, veure da 't jij nieuwslezer
wierd bij den BRT. En 'k vroage mij dus af, of da 'k ik dus
lesse zoe g'had ên van de voader van Freek Braeckman ?
Domo's vinde "da szijn hoarke zu mooi ligt" en de meiskes
vinde da ne knaappe gaasst. Moar z' ên ollemoal vierkant
hulderen tsjoep an; want Freek Braeckman diene mensch
ee't dus wel un vrèwe en twie kiendzes. En in vergelijkijnge
mee vroeger nen Paul Codde of Rita Boelaert vinde 'k hem
ierlijk gezeid, as nieuwsanker, un seerjeuze verbeterijnge!
't Blijkt niej alliene ne knappe, 't er zit uuk gien zoagemeel
onder zijn dakpanne. Want ge kijkt ollemoal mier noar den
TV of ik en ge weet dus beter of mij dat jij de slimste mens
geweest es. Moar wa dadde messchiens nog niejen weet es
dat jij de Gentschen Dartagnan es. Hij est jij moar liefst, oak
mijn bronne meug geluve, 25 kiere Belgies schirmkampioen!!
Jowan Anthoniez ©
Daan Schalck
Veur allier dat 'jij kappetein van 't hoavenbedrijf wierd oa
't jij Daan Schalck ol guul wa woaterkes deurzwommen...
Alleriest kaffeeboas achter den tuug van 't Woaterhuis
an den Bierkant.(Van de kaffee noar 't sosjaliesme bij wie
Emme da nog g'huurd?) Zijne gangmoaker in de polletiek
was Daniël Termont in 't Marjakirkse Buurthuis De Vuist.
Daan was doar de luuds die kloarheid bracht in de dossiers
en den achternoaluup van 't dienstbetuun. Loaters stuurman
op 't kabinet oas Daniël hoavenschepen wierd. (d'hoaven es
trèwens 't ienigste amt woar dadde de schepen veure nudig
êt!) en achter ne kurten omvoart via de federoale polletiek
beslôt Schalck zijn kompetense an te wenden in de privè.
Jowan Anthoniez ©
Erika Pauwels
'k peize nie da'k ol mier of iene kier noar den
Gentschen Opera ben geweest. En zoede mij
dus geluve da'k ik nog nuult van Erika Pauwels
oa g'huurd veure da sze zij un handze kreeg.
'k ben giene van die vele klozeguusten die un
boekske moake mee 't internet af te schrijve,
moar in heur geval woar uk wel verplicht om
ne kier te zien of t' er over heur iets te roape
viel. Z'es zij un lyriese soprano en ze moet da
ol un tijdze zijn. Want 't allerieste irke dadde
op JoeToep kost beluistere zeng ze zij mee un
joenge stemme in negenentzestig Senza Mama.
Jowan Anthoniez ©
Barbara Sarafian
Ze klappe zij oltijd moar van mei achtentzestig
moar ze zijn zij mis, z'es zij van april '68. In Gent
gebore, moar toch uuk wa Armeense roets, zujals
Cher of Aznavour en 'k durf het hoast nie zeggen:
Kim Kardashian. 'k Peize toch nie dat de die verre
famielde es van Barbara Sarafian. Want die Kim
es precies gule doage mee heur eigen bezig en
Barbara Sarafian ee zu iets van loat moar woajen.
Ze zoe zij in de klasse moeten gezeten ên van Jan
Becaus. En ne goeie miester ee nogal dikwijlst ne
kier nog beetre lierlijnge. Zij es zu ien van die veel
gevroagde actrices woarbij da't simpler es om te
zegge woar da's ze nie in mee gespeeld ee. Heure
noamheilige oa szij nen firmen bos mee hoar want
ze leefde opgeslotten in un badhuis mee ne toren
en drei vensters, moar gien schoare noch kwaffeur.
Jowan Anthoniez ©
Philippe Cauderlier
(1812-1887) Gentse meesterkok, 'uitvinder'
van het kookboek voor de burgerkeuken
'k vind het oltijd irgerlijk dadde overalst van die
sjarlatans êt, die succes ên mee d' ideejen van
nen ander. 't Kookboek van de KVLV ee joare lank
het beste verkochte boek in Vloanderen geweest.
'k verstoa da dus echt nie dan de mieste mensche
mee hulder stom weze noar den TV zitte goapen
noar iene die zjuust wa "groentjes" kan snije en
vuurt van de reste nen dobbele zero es as chif.
't wordt tijd da'k hulder nog ne kier wa bijbrenge
over ons Gentsche geschiedenisse. KVLV-kookboek
mee doagelijkse kost opgesteld veur d' huisvrèwen
da was uuk ol were afgekeke van den ieste die doar
mee begost es de Gentsche miesterkok CAUDERLIER
die in 1861 het Spaarzame Kookboek uitgeeft om de
burgerkeuken te veurzien van zijn culinirre bagoage.
Jowan Anthoniez ©
Katrien Pauwels
Eddy Merckx zeven kiere Milaan-San Remo gewonne...
Pwwh;; och hiere toch, es da d'al
Cédric Van Branteghem acht kiere Belgies kampioen
op de vier honderd meters
Bajaah;; da d'es nog zu slecht nie
Katrien Pauwels negen kiere Belgies kampioen
in 't kunstrije op de schoatse...
Jawadde, mijne joengene, da begint pas te telle
en nog iet
edde gij heur drei dobbele pierlaflette gezien???
en da mee van die ijzers an heur voete
Jowan Anthoniez ©
Leo Apostel
'k ben giene tejoloog, loat stoan iene van 't kalieber
van ne perfesser Peter Schmidt
moar 'k wete toch datta un wrie ingewikkeld
affirre es en voer veur speesjaliesten
over de kweste van de diessiepelen van Jezus
get van die gewiekste bestseller oteurs die
op de sensoassiezucht van de mensche spele
en die bewirre da Maria Magdalena as ienige vrèwe
uuk nen apostel was
andere apostels ên twie noames
een veurbeeld van iene diede uuk zult kenne
es Simon Petrus
tons edde der uuk mee de zelfste noam, zujals
Jacobus, wij zoen zegge Tsjoak,
de Mindere en de Mierdere
(veur wie dan mensche te voete noar Compostella goan)
andere modirne bijbelonderzoekers
zijn der van overtuigd da Jezus nog un broere oa
die uuk apostel was en 't es nog nie al
ter es uuk sproake van Didymus, nen twieling
en miestal worde ze uuk per twieje gerangschikt
moar oas ge ze uit de vier evangelies tupen telt
komde an mier of twoalve en op 't Lam Gods
stoan d'er tselfs viertiene
bij ons in Gent was 't iets gemaklijker
wij oame moar ienen Apostel
ne grute filosoof mee de pausennoam Leo
en nen ongeluvige zujals Thomas
Jowan Anthoniez ©
Cédric Van Branteghem
As schrijver hoal uk 't liefst mijn inspiroasse
uit de frigo, want hij moe kèwt stoan mijne
Cara piels, veur de Colruyt gebrèwen veur
labbezoetes, kwistenbiebels en marginoale
poweten mee het Gentsche sproakgebrek.
Doarnoar gevroagd blijkt da' bij atleten de
inspiroasse uit d' uurkes van huldere muziek
komt, nen MPdreije of soms uuk uit tieken-
verhoalkes, strips en manga gelijke comics,
tecno, pop of metal en natuurlijk giene slow.
Cédric zijn favoriete (strip)figuren en liedzes
zijn: speedy gonzalez, Born to run van Bruce
Springsteen, Thunder van Boys like Girls,
Fox on the run van Sweet, Cannonball van
Damien Rice, Thunderbirds, Boerenzonen op
Speed (grapke) en Hurricane Higgins ?????
Jowan Anthoniez ©
Lodewijk Lievevrouw
De nuult overtroffen pionier van het Gentsch
idioticon, mee moar liefst vijvenviertig duusd
woorden, uitdrukkijnge en gezegden, woaran
dat' jij nen 'Abraham deur de woestijne' duur
van tfiertig joar ee gesprokkeld en ge-, verwirkt
was de Gentsche Stadsjanov Lodewijk Lievevrouw.
In 1914 ên z'hem doarveure weliswoar bekruund
van d' Akademieje mee de wrie lange noam, moar
van ienig publikoasse ee't jij zelve nuult 't einde
van zijn 'Latijn' nie gezien. Want klapte Antwirps
of Rottedams en ze zoen eu gule doage veure de
buize sleure. Moar Gentsch, da d'es precies taboe.
Oas 't jij ol verre duud was, op zijn tnegentigste,
woare ze begost mee szijn levenswirk in stroofkes
uit te geve. Moar t' ee moar liefst tzestig joar tijd
gevroagd, tot in 1974, dan ze zijne Gentsche van
Daele, as boek in drei dielen gepubliesseerd ên.
Neu loate ze un schete en t'stoa d'ol op internet!
Lodewijk, gij Monument, Gent es eu nie vergete!!!
Jowan Anthoniez ©
Eva De Roovere
Op 't gevoar af dan der wel wa vele genomineerd zijn uit de
categorieje muziek: Eva De Roovere veur heur prestoasses
as singer/songwriter. Heuren hof van Eden lag bij de Studio
Herman Teirlinck en as zangeresse es ze gedebuteerd bij
Kadril. Moar z' es nogal moanziek en poweties onderbèwen;
eigen liedzes beginne schrijven en zenge, mee gruut succes.
Mee heur koep kasrolle op den TV, ee sze zu veel succces nie
g'had. Ze leek wel un parodieje op Doortse van de Kampioene
en 'k ben nog broave want twitterend Vloanderen was zelden
zu striemend in zijne kommantoar. Ne slimme zet vanuit het
uugpunt van de reeklamme veur heure wijnkel. Dajeur zee un
goej herte en ziele mee heur sosjal hulpe op de Brugse Puurte.
(Oas g'heur ziet doe van mij de komplemente an zuster Annie)
Jowan Anthoniez ©
Liesbeth Imbo
Niej alle kinders ên 't ongeluk of de sjanse dan
hulder èwers hulder kwieke in de papscholle
van 't Gentsch expressioniesme. 'T zoe uuk wa
moeilijk zijn oas ge gelijk ons Liesbeth ieverans
gebore zijt tussen de muur van Gierardsbirgen
en de mattetoarten. En om da schuun Vloams
uuk nie luulk en es, zijn d'inspanijnge van mama
Imbo en van d'iefrèwe van de klasse nie op nen
blèwe stien gevalle, want Liesbeth wierd jij mij
heur elokwente uitsproake algemien beschoafd
ien van de populirste Vloamsche radiostemmen
toch bij de vroege vugels zujals de bakker en ik.
(spijtig genoeg krijge we da properste moendze
van guul Gent nie mier 't hure, want Liesbeth es
adjunct-huufdredacteur bij De Morgen geworde)
Jowan Anthoniez ©
John Bultynck
Den alleriesten TV-kok was gienen ambetante
West-Vloaming, noch nen arrogante perfesser,
uuk gienen irrietante Leuvenirre, loat stoan nen
astranten Antwirpenirre moar_ 't was toch iene
denge da vroeger beter was_ nen flambwajante
Gentenirre. Wete 't nog of edde gelijk de kees-
koppen nen troedemeemwoare ter grute van die
Leerdammergoaten in euwen bol doar van boven.
Doaran zieden' hee, goe da'k ik 't nog wete: John
Bultynck. En geef toe, dienen mensch zag ter ten
minste nog un beetse as nen deftigen kok uit...
uuk al was 't jij oak mij nie bedriege nen alvekoat.
En oak mij ten twiede moale nie bedriege zoet jij
uuk wa artistiek bloed g'had ên en stond jij mee
an de wiege van 't Museum Hedendoagse Kunst.
Jown Anthoniez ©
Hemadi
Ne schilder en nen Arabier pur sang es onze moat
Hemadi. Afkomstig ê'k oltijd hure zegge uit Irak
es 't jij neu goe thuis in de Verienigde Arabische
Emiroaten. Hij eet jij gelijk mij aan den unief hier
kunstgeschiedenisse gestudeerd en es gekend as
portrettiest. Al da'k persuunlijk liever zijn tabloos
en tiekenijnge van pirden zie. 't woord Arabier es
nie veur niets synoniem veur ne pracht van un pird.
Ienigste Gentsche Fieste gelejen eet jij ne kier al de
portrette geschilderd van 't schepencollege in een
ekspoziesse op 't Stadhuis. Hij ee uult van die wrie
speesjalle wirke gemoakt, nie geschilderd op doek
moar op echte Uusterse tapieten. Mijn gedacht ee
't jij dezelfste kwaffuure as Angèle Verbrand Euw
Hoar Nie en 't es nen Mac the Knife van neuze !!!
Jowan Anthoniez ©
Norbert Detaye
'k zal de volgende kier ne knuup in mijne zakdoek
legge, want ne mensch vergeet oltijd nog iets en
wa ben' uk vergete? In d'ieste ploatse ê 'k nog nie
geschreve over 't Poatershol en uuk nog niets over
den jazz en da zijn neu zjuust twie van de pirrels an
de Gentsche kruun. Moar giene paniek, giene paniek
mee Norbert Detaeye sloa' k twie vliegen in iene slag.
'k moe zegge diene muzekant es wel fanatiek mee ten
jazz bezig geweest. Bij zu verre dat' jij omzeggens nen
halven, de Buffaloos zoen zegge, Neew Orlans'er, es
geweest. Hij ee uuk nog otantieke Gospel vertolkijnge
gedoan mete diva's van 't goa verboazend goe veuruit.
't geef gien wonder dat jij doar nen iereburger es an de
Zuid van de Joe'es'ee. Moar giene paniek, giene paniek
hij zit jij soms alliene achter un pianne in 't Poatershol.
Jowan Anthoniez ©
De Belleman - Julien Pauwels
Ja maane joengene. Oa'k moete wille koste honderd portretzes
geschreven ên over al diegiene die mee hulderen achternoam
Pauwels hieten, want doar kunde mieleku de kasseie mee legge!
Nog goe da Ruben Pieter Pauwels, diene publiciteitsschilder van
de contra-reformoasse nen Antwirpenirre was, 't es toch ol iene
minder. Ons lyriese soprano Erika, kunstrijdster op de schoatsen
Katrien, tejoaterfenomeen Dirk, zijne noamgenuut uuk nen Dirk
fotograf en assistent in 't SMAK, Roger, de Hammond-organiest,
beter gekend as Paul Rutger en de keramieker Achiel Pauwels...
Moar 'k zoe toch girre nog een bizonder stukske wille schrijven
over ne Pauwels die 'k nog nie oa gezeid.. Julien, den Belleman.
Z' en doar over ienigste joaren un expoziesse over hem gemoakt
in Drongen, zijnen boakermat. Want 't es doar da 'szijnen iesten
klepel hingt veure dat 'jij Belleman wierd van Gent. Julien was
zu ne goeien Belleman da'n z' hem dierve vroagen in Engeland.
Belleman, da komt uiteroard nie van die belle an euw veurdeure;
da komt van d' Engelsche hulder woord Bell en da betiekent un
klokke. En da betiekent uuk da, oas ge gij gien stemme êt 'lijk un
klokke, dadde gij nuult Belleman kunt worden gelijk dé Julien!!!
Jowan Anthoniez ©
Maarten Van Severen
Sinds da Marcel Duchamp bij wijze van reddy meed 't veurwiel
van ne velo op 't zitvlak van un taboerette oa geploatst zijn
d' er ol hupe modirne kunstwirken gemoakt op 't gedacht van
ne stoel. Maarten Van Severen doarantege es op die maniere
nog origineler want jij ee gien kunstwirk gemoakt mee ne stoel
moar van ne stoel. Veur d' inweuners van Mars, den VITRA. 03
Zuurpruimend Gent moaktig' in begin nogal wa misboar en liete
hulder leppe hangen om dan die stoelen in un kirke stonden en
nog wel in Sein-Boafs. Moar de Kirkfabrieke ee den .03 de nudige
ier an gedoan mee die Gentsche krejoasse in d' huufdkirke tot
zijn recht te loate komen. Un geweldig schuun huwelijk tussen
ienerzijds top dizaajn en anderzijds un historiese top lokoasse!!!
Jowan Anthoniez ©
Rita Passemiers
Oas ge de koeroazze g' had et van al mijn portretzes
te leze, (en 'k hope uit de grond van mijn herte dad
er wa plezier êt an beleefd) tons kunde gij nie anders
of tot de konkluze kome damme wij hier in Gent mee
ons gat in de botter zijn gevalle oas ge ziet mee wa
potansjeel an originaliteit en krejativeteit damme wij
de wirreld kunne doen blijve verboaze. En da duurt
neu hoast zegge en schrijve zeshonderd joar sedert
Da Van Eyck zijn juwielen in onze lieving liet hangen.
Heloas, drijwirf heloas. 't es spijtig damme 't moeten
zegge, nogal wa Gentenirs ên de luulken deefoo van
te memme, te zoage, te sjiekanere, 't hertefritte, op
alles kritiek 't ên, te schrijve en te wrijve. En om al die
pirdewurtels die 't zu lastig ên mee den omgang mee
de Kafkajoanse papiermeulen en de rompslomp van
het kompjoetertijdpirk un luisterend uure te geven
en ze d'er toch iet op gevonden. In de van iewigste
pasjense en stoalen zenuwe veurziene persuun van
de OMBUDSVROUW om noar al die kloagers 't urken.
Jowan Anthoniez ©
Daniël Termont
Beste lezer, geachte Gentenirre
Mag ik even om uw attense vragen. Ik heb goe, maar
spijtig genoegt ook slecht nieuws. Wegens gebrekte
aan plaats moeten we afzien van 't pertang geplande
stuk over burgemeester Daniël Termont. Wij betreuren
dit ten zeerste want ge kunt er een boek over schrijven,
over deze lijvige man, wat nog niet zoo lank geleden dan
ook gebeurde. Ter kompensaatsie moogt ge er allemaal
ien of twieje komen drinken op de Nieuwjaarsreesepse.
Tijdstip en plaats worden nog medegedeeld, naar alle
waarschijnlijkheid onder de Schaapstal. En dit met onze
excuses hiertoe. Inwoners van buiten Gent en Hollanders
tot in Friesland worden vriendelijk doch kordaat verzocht
om zelf hun Hema wijn mede te brengen.
Jowan Anthoniez ©
Da was 't zie...
Jowan Anthoniez
Nog eentse veur 't af te lîere...
Mijn vrèwe (Gentse variatie op Paul Claudel)
Mijn vrèwe
ik ben nie gekome om te zoage
of om eu t'ien en tander te vroage
Moar k'ê kèwe
en 'k wamme mij woarme an euw stove
as zoe 'k mij were mee j'eu verlove
Om mee eu in 't blommekeswit te trèwe
nie veur de wet of veur de kirke
moar omda'k liever lui bij eu ben of te wirke
Om da'k ik van euj èwe
zujals ne prins van zijn prinsesse
en meej un gloazeke onzen dust te lesse
op ons geluk helpe ' t ontèwe
nieje ge moet mij niets nie vertelle
en uuk gien patatte veur friete schelle
want 'k ben fier of ne pèwe
van alliene moar bij eu te meuge zijn
zijde gij van de nachtzonne de moaneschijn
gij alliene mijn vrèwe
'k zegge da nie veur euw schuun uuge
of om ne kier mijn goej herte te tuuge
gij alliene schune vrèwe
da 'k eu in de kloare meuge bekijke
en gij eu van euwen besten kant loat blijke
eu zu te meuge anschèwe
da d'es den hemel op irde
dadd' alliene ee wirde.
Johan Anthonis
ode aan Gent
o, Gent met uw vranke torens in de regen,
die als vuisten in de blote hemel stampen
en 't kasteel dat snoodaards doet verkrampen,
ik schenk u, tegen mijn goesting, toch mijn zegen
uw roem glanst in al uw hoeken
uw bronzen klokken bonzen tot in Sluis
uw vrouwen wild, maar iets te kuis
uw "Rechtvaardige Rechters' blijven we zoeken
het dwars verleden mekkert in uw genen
altijd miscontent als u tevreden bent
dat went. ik werd hier ook een zagevent
als ik in A'pen aan u denk, wil ik wenen
Coenraed de Waele (stadsdichter